Van Wikipedia
Schematische kaart van gebieden met een landklimaat (D)
Een landklimaat of continentaal klimaat is in tegenstelling tot een zeeklimaat een klimaat met extreme temperaturen in zomer en winter.
Landklimaat komt voor in bijvoorbeeld Siberië. Het zijn gebieden die ver landinwaarts liggen, zonder zee of ander groot wateroppervlak in de buurt. De matigende invloed van de oceanen is daar dan klein. Doordat de relatief droge landoppervlakken makkelijk opwarmen en afkoelen worden de temperaturen in de zomer extreem hoog, en in de winter zeer laag.
Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is het landklimaat een D-klimaat, eventueel nader aan te duiden als Dw- of Df-klimaat.
Het landklimaat komt alleen maar voor op de op het noordelijk halfrond gelegen Euraziatische landmassa en Noord-Amerika.
[bewerk] Verdere onderverdeling volgens Köppen
- Df: landklimaat of continentaal klimaat; met neerslag gedurende het hele jaar
- Dfa: warm landklimaat; met neerslag gedurende het hele jaar en de warmste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van tenminste 22°C
- Dfb: gematigd landklimaat; met neerslag gedurende het hele jaar en de warmste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van minder dan 22°C
- Dfc: koel landklimaat; met neerslag gedurende het hele jaar en met maximaal vier maanden per jaar een gemiddelde maandtemperatuur van 10°C of meer
- Dfd: koud landklimaat; met neerslag gedurende het hele jaar en de koudste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van minder dan 38°C onder het vriespunt
- Dw: landklimaat of continentaal klimaat; met droge winters
- Dwa: warm landklimaat; met droge winters en de warmste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van tenminste 22°C
- Dwb: gematigd landklimaat; met droge winters en de warmste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van minder dan 22°C
- Dwc: koel landklimaat; met droge winters en met maximaal vier maanden per jaar een gemiddelde maandtemperatuur van 10°C of meer
- Dwd: koud landklimaat; met droge winters en de koudste maand van het jaar met een gemiddelde maandtemperatuur van minder dan 38°C onder het vriespunt