Lewisia
Van Wikipedia
Bitterkruid | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() Lewisia cotyledon |
|||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Lewisia |
Bitterkruid of Lewisia is een plantengeslacht. De plant is genoemd naar zijn ontdekker Meriwether Lewis (1774–1838). Lewisia kent meer dan 20 soorten
De Lewisia is een prachtige plant die uitbundig bloeit. Het kan gebruikt worden in een rotstuin. Het staat het liefst op het noordoosten. Enkele soorten kunnen de volle zon verdragen. De plant heeft leerachtige bladeren en een lange penwortel. Omdat de plant maar één wortel heeft, is het moeilijk tot onmogelijk hem te verpoten
Alle Lewisiasoorten komen uit de Rocky Mountains, dat wil zeggen de Amerikaanse staten Californië, Oregon, Nevada en Washington en de Canadese provincie British Columbia. Ze groeien op puinhellingen, op uitstekende richels en zelfs in een semi-woestijnklimaat.
Frederick Pursh (1774-1820) ontwierp de classificatie van de Lewisia, die in 1989 door Brian Mathew werd bijgesteld. Sindsdien geldt de volgende indeling:
- geslacht Lewisia Pursh
- ondergeslacht Lewisia
- sectie brachycalys Mathew
- sectie cotelydon Hohn ex Mathew
- sectie eroculles Mathew
- sectie Lewisia
- sectie oppositifolia Mathew
- sectie pygmaea Mathew
- sectie strophiolum Hohn ex Mathew
- ondergeslacht Lewisia
Inhoud |
[bewerk] Enkele soorten
[bewerk] Lewisia tweedy
Deze soort is afkomstig uit British Columbia en Washington. Hij groeit in zure grond. Hij bloeit in april/mei met witte of roze bloemen op steeltjes van 5 tot 10 cm.
[bewerk] Lewisia columbiana (sectie cotelydon)
Deze soort uit British Columbia heeft een kleine rozet en stengels met vrij kleine bloemen, maar bloeit wel uitbundig. De bloem kan diverse kleuren hebben, waaronder wit, roze en lila. De plant houdt van een lichte schaduw en een poreuze grond.
[bewerk] Lewisia rediviva (sectie lewisia)
Deze soort heeft voll ronde blaadjes, vlezig, roodachtig groen en vrij smal van blad. Het bloeit in april/mei met roze of witte bloempjes. Het gedijt het beste op een zonnige, warme plaats in een neutrale grond.