Lodewijk II van Nevers
Van Wikipedia
1304-1346 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Graaf van Vlaanderen | ||||||
|
||||||
|
Lodewijk II van Nevers (° ± 1304 – † bij Crécy 25 augustus 1346), ook Lodewijk van Crécy genoemd, was graaf van Vlaanderen en van Nevers (1322-1346), en graaf van Rethel (1325-1346).
Zijn vader Lodewijk (voor Nevers gekend als Lodewijk I van Nevers - de hier besproken graaf wordt ook kortweg Lodewijk van Nevers genoemd) was de zoon van Robrecht III van Bethune uit diens tweede huwelijk met Yolande van Nevers; hij volgde Robrecht niet op als graaf van Vlaanderen omdat hij twee maanden vóór zijn vader overleed.
Als kleinzoon en opvolger van graaf Robrecht († 17 september 1322), werd Lodewijk opgevoed aan het hof te Parijs, waar hij op 21 juli 1320 trouwde met Margaretha, de achtjarige dochter van koning Filips V. Zijn beleid was dan ook sterk Fransgezind. Daarmee deed hij afbreuk aan de politiek van zijn directe voorgangers. In hun alliantie met Engeland vonden die een waarborg voor hun onafhankelijkheid en bescherming tegen het Frans expansionisme. Engeland was de belangrijkste wolleverancier en daarmee de bron van de Vlaamse rijkdom. Lodewijks politiek kwam zo in conflict met de belangen van zijn onderdanen.
Met steun van de Franse koning en van de steden Brugge en Gent kon hij weerstand bieden tegen zijn oom Robrecht van Kassel, die zijn rechten deed gelden op de grafelijke troon.
In juni 1323 schonk graaf Lodewijk aan zijn oudoom Jan van Namen, heer van Sluis, de rechtsmacht over het water van Sluis en van het Zwin en kwam daarbij in botsing met Brugge. In november 1323 had de graaf te kampen met een opstand van Vlaamse boeren uit de kuststreek aangevoerd door Nicolaas Zannekin, naar aanleiding van de heffing van grafelijke belastingen. Lodewijk moest toen noodgedwongen naar Frankrijk vluchten. Het Franse leger bracht echter de Vlamingen op 23 augustus 1328 een zware nederlaag toe in de slag bij Kassel. In de jaren tussen 1329 en 1331 vaardigde de graaf de mauvais privilèges uit voor de opstandige steden en kasselrijen.
In oktober 1336 schaarde Lodewijk zich openlijk aan de zijde van Frankrijk bij het begin van de Honderdjarige Oorlog. Toen hij Engelse kooplieden gevangenzette, lieten de Engelse represailles niet op zich wachten: er volgde een verbod op de uitvoer van wol. De Vlaamse steden namen daarom onder leiding van Jacob van Artevelde later een meer Engelsgezinde houding aan. Begin februari 1339 werd de weerstand tegen Lodewijk zo groot dat hij vluchtte naar Sint-Omaars en in december 1339 voorgoed zijn graafschap verliet, waar Simon de Mirabello ruwaard werd. Graaf Lodewijk van Nevers sneuvelde op 25 augustus 1346 in de Slag bij Crécy. Eerder al sneuvelden de graven Robrecht II van Jeruzalem en Boudewijn VII van Vlaanderen in dienst van Frankrijk tegen de Engelsen.
Een natuurlijke dochter van de graaf, Elisabet van Vlaanderen, huwde met Arnold van Rummen, een pretendent op de titel van graaf van Loon.