Mariahoeve
Van Wikipedia
Mariahoeve is een wijk van Den Haag. De wijk ligt in de Bezuidenhoutsepolder en wordt begrensd aan de noordkant door het Haagse Bos met Huis ten Bosch, Marlot (buitenplaats, wijk en tennispark) en Chateaubleu (vroeger Boshek of Roomhuis). De oostgrens ligt bij Wassenaar ter hoogte van de Landscheidingsweg; de Schenk met de Nieuw Veen- of Bosmolen vormt de zuidgrens; de westgrens wordt gevormd door de Carel Reinierszkade. Het gebied behoorde tussen 1885 en 1907 grotendeels bij Wassenaar.
[bewerk] Geschiedenis
Dwars door het gebied van de wijk liep van 1908 tot circa 1960 het spoorwegtracé van de Hofpleinlijn van Rotterdam naar Scheveningen. Langs het gebied reed tussen 1923 en 1961 de zogenaamde Gele Tram naar Leiden. Bij de Carel Reinierszkade lagen rond 1930 de ijsbanen van de Haagse IJsclub. Op de hoek bij de Bezuidenhoutseweg, aan de andere kant van die kade, lag de uitspanning Overbosch met een speeltuin. Dwars over het weidegebied, waarop de wijk is aangelegd, ongeveer ter hoogte van de Roggekamp/Reigersbergerweg liep de Loolaan van het Kleine Loo naar het Grote Loo in Voorburg. Naast het Kleine Loo lag aan de Bezuidenhoutseweg tot in de jaren vijftig van de 20ste eeuw de windhondenrenbaan Marlot. Langs de Bezuidenhoutseweg lagen vanaf Huis ten Bosch de boerderijen Mariëndaal, Veelust, Mariahoeve, Zuidwerf en Hofzicht. Aan de noordkant van deze weg aan de Zijdelaan ligt de boerderij de Hoogwerf, die verbouwd is tot restaurant.
De wijk is aangelegd in de jaren zestig van de 20ste eeuw. Plannen voor deze wijk zijn al gemaakt ver voor de Tweede Wereldoorlog, door o.a. de (stads)architect W.M. Dudok. Vanwege de problemen die de spoorlijn gaf voor een goede wijkontwikkeling gebeurde er voor de Tweede Wereldoorlog niets. Pas in 1957 werd het 'Uitbreidingsplan Mariahoeve' goedgekeurd, nadat F. van der Sluys in 1954 een schetsontwerp had gemaakt en de spoorlijn zou worden opgeheven. Reigersbergen kwam in dit plan niet voor en bleef tot op de dag van vandaag een open groengebied.
Mariahoeve heeft een rechthoekige hoofdstructuur met een viertal wijkontsluitende wegen, waarvan in de meeste gevallen de rijbanen door groenstroken zijn gescheiden. De wijk wordt op deze wijze in zes buurten verdeeld. Deze hebben als gemeenschappelijk kenmerk een groene kern met aan de noordoostzijde flats in vier lagen en aan de westzijde eengezinswoningen. In vijf van deze groenkernen staan overhoeks geplaatste flatgebouwen van twaalf lagen, een school en buurtwinkelcentrum. De middelste buurten van Mariahoeve hebben een wijkpark of een sportterrein.
[bewerk] Naam
De naam van de wijk herinnert aan de boerderij Mariahoeve; van de straatnamen, die samengesteld zijn uit meisjesnamen en het woord land zegt men wel dat zij naar de koeien van die boerderij vernoemd zijn of naar de zusters van de laatste boer. Een aardige verklaring, maar helaas niet waar. De schrijver F. Bordewijk is betrokken geweest bij deze straatnaamgeving. Evenals bij die van de andere straatnamen. Zo zijn er straten met namen van granen met het achtervoegsel kamp, b v. Gerstkamp, of inwoners van landen met als achtervoegsel burg, b.v. Hongarenburg en edelstenen met als achtervoegsel horst, zoals Saffierhorst.
Dwars door de wijk liggen de grote straten die herinneren aan de buitenplaatsen die daar gelegen hebben, Het Kleine Loo en de Reigersbergerweg of aan boerderijen, zoals de Hofzichtlaan.