Marinus Bernardus Rost van Tonningen
Van Wikipedia
Marinus Bernardus Rost van Tonningen, (Paramaribo, 24 oktober 1852 – Den Haag, 7 januari 1927) was een Nederlands militair, die als hoofdofficier van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) lange tijd in Nederlands-Indië verbleef.
Rost van Tonningen nam deel aan de Lombokexpeditie. Hij leidde als generaal-majoor een strafexpeditie op Bali, waarbij de Balinese vorsten tot een collectieve zelfmoord besloten (puputan genaamd). Later werd hij commandant van het KNIL (1907-1909) in de rang van luitenant-generaal. Rost van Tonningen werd onderscheiden als ridder in de Militaire Willems-Orde (R.M.W.O.) derde klasse en als ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Rost van Tonningen was getrouwd met Jkvr. Meinouda Sara Johanna van den Bosch (1868-1946), een achterkleindochter van gouverneur-generaal van Nederlands-Indië Johannes graaf van den Bosch. Het echtpaar had drie zonen, waarvan de jongste, Meinoud (1894-1945), een bekend voorman van de NSB was en in de Tweede Wereldoorlog president werd van De Nederlandsche Bank. De oudste zoon, Nico (1889-1979), was vanaf 1930 tot zijn pensionering in 1962 als hoge functionaris in dienst van de Nederlandse koninginnen Wilhelmina en Juliana. De middelste zoon, Wim (1891-1970), was net als zijn jongste broer lid van de NSB. Vanwege dat lidmaatschap werd hij in 1938 ontslagen bij Shell. In de oorlog was hij directeur van oliemaatschappij Astra Romana in Roemenië.