Michael Chertoff
Van Wikipedia
Michael Chertoff (Elizabeth (New Jersey), 28 november 1953) is een Amerikaanse jurist, rechter en politicus.
Op 15 februari 2005 werd Chertoff bevestigd door het Amerikaanse Congres als de nieuwe minister van het departement van Binnenlandse Veiligheid, in Amerika het Department of Homeland Security genoemd. Vanwege de terroristische aanslagen door extremistische moslims op 11 september 2001 werd dit ministerie in het jaar 2002 in het leven geroepen. Het functioneert als een soort superministerie waar tal van overheidsdiensten onder vallen.
Chertoff is de zoon van een rabbijn. Hij is de eerste en de enige Joodse minister in een regering van George W. Bush. Na zijn rechtenstudie is hij een tijdlang officier van justitie geweest; in die hoedanigheid hield hij zich onder andere bezig met rechtszaken tegen de maffia. Ook was hij de aanklager van de zogenoemde 'twintigste kaper' van de aanslagen van 11 september, Zacarias Moussaoui.
Sinds 2003 was hij als rechter werkzaam in de stad Philadelphia. Tijdens de bovengenoemde aanslagen bekleedde hij op het ministerie van Justitie de functie van directeur van de afdeling Criminaliteit. Op grond hiervan zette hij zich intensief in bij het regeringsonderzoek naar de aanslagen van 11 september. Hierbij richtte hij zich met name op nieuwe wetgeving op het gebied van de bestrijding van terreur.
De Patriot Act, een antiterrorismewet die opsporingsambtenaren grote bevoegheid geeft om het privéleven van burgers te onderzoeken, was mede zijn verdienste. Vanwege de verreikendheid van deze wet is die tamelijk omstreden Chertoff hanteerde in dat kader de werkwijze om verdachten als kroongetuigen aan te merken, een methode die hij eerder had toegepast in de strijd tegen de maffia. Hierdoor kon hij ze opsluiten zonder ze eerst in staat van beschuldiging te hoeven stellen. Het was een werkwijze die zowel kritiek als bewondering opriep.
President Bush die tot de bewonderaars van Chertoff behoort, beval hem aan door erop te wijzen dat deze de verbinding zou hebben gelegd tussen de terroristen van 11 september en het Al Qaida-netwerk en tevens dat Chertoff zich direct na deze aanslagen realiseerde dat het antiterreurbeleid gebaseerd moet zijn op preventie.
Opmerkelijk is dat de vorige president Bill Clinton, bij zijn aantreden alle federale aanklagers ontsloeg behalve Chertoff. Hij hield zich namens de Republikeinse Senaatsfractie bezig met het onderzoek in het zogeheten Whitewater-affaire waarin president Clinton verzeild was geraakt. Eveneens onderzocht hij de zelfmoord van een van Clintons medewerkers. Hillary Clinton stemde in 2003 als enige in de Senaat tegen zijn beëdiging als federale rechter.
