Modellenrecht
Van Wikipedia
Het tekeningen- en modellenrecht behandelt de bescherming van tekeningen en modellen van het nieuwe uiterlijk van een gebruiksvoorwerp.
Tekeningen en modellen worden beschermd door de Benelux Tekeningen en Modellen Wet (BTMW), die gebaseerd is op het Benelux Verdrag inzake Tekeningen en Modellen.
Een tekening vertoont een bepaald tweedimensionaal uiterlijk dat wordt beschermd en een model een driedimensionaal product.
Het moet wel om een gebruiksvoorwerp gaan: wanneer het niet gebruikt kan worden, wordt het niet beschermd door de Benelux Tekeningen en Modellen Wet.
Vereisten voor bescherming: - het moet een nieuw product zijn (art. 1 en art. 4 sub a BTMW). Een tekening of een model is in ieder geval niet nieuw meer, wanneer deze in strijd is met een reeds bekend en ouder model of tekening. Aan de nieuwheidseis is al niet meer voldaan, als het in één Beneluxland (Nederland, België of Luxemburg) al bekend was.
Je kunt dus niet eerst je model of tekening op de markt brengen en het vervolgens deponeren.
Art. 4 sub e BTMW stelt verder nog als voorwaarde, dat het model of de tekening niet in strijd mag zijn met de openbare orde of goede zeden en de kenmerkende eigenschappen moeten duidelijk uit het depot af te leiden zijn (art. 4 sub f BTMW).
Verder moet er geen technisch oogmerk zijn (art. 2 lid 1 sub a BTMW): deze zaken vallen onder het octrooirecht.
Het tekeningen- en modellenrecht wordt verkregen door het Beneluxdepot (art. 3 en art. 8 BTMW). Daarna volgt de toetsing door het Benelux-Bureau voor Tekeningen en Modellen (BBTM): deze toetsing mag geen inhoudelijke zijn (art. 9 lid 1 BTMW): er mag geen tekening of model worden geweigerd, waarvan de inhoud niet gewenst is. Na de inschrijving volgt de publicatie (art. 9 lid 3 BTMW).
Het depot blijft vijf jaren geldig vanaf de datum van publicatie (art. 5 lid 1 BTMW) en gedurende die vijf jaren kan de ontwerper (art. 5 lid 1), of zijn werkgever (art. 6 lid 1) of degene die het model of de tekening heeft besteld (art. 6 lid 2) het depot opeisen of nietig laten verklaren, wanneer het zonder zijn toestemming door een ander is gebruikt (art. 5). Het depot kan verder nog worden vernietigd door iedere belanghebbende en het Openbaar Ministerie, wanneer niet voldaan is aan de bovengenoemde eisen (de tekening/het model is niet nieuw, het heeft een technisch oogmerk etc.)
De inschrijving is vijf jaren geldig, vanaf de datum van het depot (art. 12 lid 1 BTMW), dus niet de publicatie. Deze termijn kan worden verlengd tot een maximale duur van 25 jaren (art. 12 lid 2 BTMW).
Inhoud |
[bewerk] Inbreuk op het tekeningen- en modellenrecht
De rechthebbende kan zich op grond van art. 14 BTMW verzetten tegen het bedrijfsmatige gebruik van zijn tekening of model. Hierbij moet er van verwarring bij het publiek sprake zijn. Dit is niet alleen het geval bij identieke tekeningen of modellen qua uiterlijk, maar ook wanneer de verschillen te klein zijn.
De rechthebbende kan zich niet verzetten tegen een voorgebruik van een ander op dezelfde tekening of hetzelfde model in de Benelux vóór de datum van het depot (art. 17 BTMW).
[bewerk] Vorderingen van de rechthebbende
De rechthebbende kan een vordering tot schadevergoeding met dwangsom instellen (art. 14 lid 2 BTMW. Verder heeft hij nog de mogelijkheid tot een vordering tot afdracht van winst van degene die inbreuk heeft gemaakt op zijn recht (art. 14 lid 3). En hij kan de roerende zaken waarmee inbreuk is gemaakt op zijn product opvorderen als zijn eigendom of laten vernietigen (art. 14 bis lid 1).
[bewerk] Samenloop met het auteursrecht
Wanneer er tevens auteursrecht op een werk rust (bijv. bij kunstzinnige modellen en tekeningen), blijft men die bescherming op grond van de Auteurswet houden naast de Benelux Tekeningen en Modellen Wet.
[bewerk] Oude tekeningen en modellen
Tekeningen en modellen van vóór 1 januari 1975 (de datum van inwerkingtreding van de Benelux Tekeningen en Modellen Wet) houden de bescherming in een land, die ze vóór die datum hebben verkregen (art. 25 BTMW). Vóór 1975 was men aangewezen op de Auteurswet en op de vorderingen op grond van onrechtmatige daad (toen nog art. 1401 oud B.W. en nu art. 6:162 B.W.).