Negende kruistocht
Van Wikipedia
Kruistochten |
---|
Eerste kruistocht (1095-1099) |
Paus Gregorius X riep in 1274 het Tweede concilie van Lyon bijeen en kondigde de Negende Kruistocht aan. Deze kruistocht wordt gezien als de laatste Middeleeuwse kruistocht tegen de moslims in het "Heilige Land".
Prins Eduard I van Engeland was te laat gearriveerd in Tunis om bij te dragen de Achtste kruistocht van Lodewijk IX van Frankrijk, maar samen met diens broer Karel van Anjou ging hij toch door tot Akko, de hoofdstad van de overblijfselen van het Koninkrijk van Jeruzalem. Ze arriveerden aldaar in 1271, net nadat de Mammelukse sultan Baibars Tripoli had belegerd. In 1269 had deze sultan ook al Antiochië belegerd, de laatst overgebleven stad van het Prinsdom van Antiochië.
Sultan Baibars was ook de eerste sultan die een soort van Mammelukse marine oprichtte. Hiermee probeerde hij in 1271 Cyprus binnen te vallen, waarmee hij Hugo III van Cyprus, ook Koning van Jeruzalem, wilde weglokken, maar zijn vloot werd vernietigd. Eduard van Engeland deed niet veel meer in zijn tijd in Akko dan onderhandelen met Hugo en de niet erg enthousiaste ridders van de Ibelin familie uit Cyprus. Ook onderhandelde hij met Baibars, en zo ontstond de elfjarige wapenstilstand met deze sultan. Baibars probeerde echter Eduard niet lang daarna te vermoorden, door een groep mannen te sturen, die zich voordeden als christenen die gedoopt wilden worden. Eduard keerde terug naar Engeland in 1272, toen zijn vader Hendrik III stierf.
Eduard was tijdens zijn reis naar het "Heilige Land" begeleid door Theobald Visconti, die in 1271 als Gregorius X paus was geworden. Gregorius riep in 1274 op voor een nieuwe kruistocht, tijdens het Tweede concilie van Lyon in 1274, maar zijn oproep werd niet beantwoord. Karel van Anjou wilde wel, en hij greep voordeel uit een ruzie tussen Hugo III van Cyprus, de Tempeliers en de Venetianen over het wel of niet heroveren van Akko. Hij kocht de rechten van Maria van Antiochië op het Koninkrijk van Jeruzalem, en viel Hugo III aan, die ook rechten op het koninkrijk had. In 1277 veroverde Hugo van San Severino Akko in de naam van Karel van Anjou.
Venetië had ondertussen gepleit voor een kruistocht tegen Constantinopel, waar Michael VIII Palaeologus recent het Byzantijnse Rijk nieuw leven had ingeblazen. In 1281 gaf Paus Martinus IV hier toestemming voor; de Fransen namen de landroute langs Durazzo, en de Venetianen gingen over zee. Maar, na de opstand in Sicilië (Siciliaanse Vespers) op 31 maart 1282, opgezet door Michael VIII, was Karel gedwongen om terug te keren.
Deze kruistocht was de laatste actie die werd ondernomen tegen de Byzantijnen of de moslims. In 1291 veroverden de Mammelukken de laatste van de gebieden van de kruisvaarders.