Neolithische revolutie
Van Wikipedia
De neolithische revolutie is de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars naar een sedentaire agrarische samenleving.
Het neolithicum is een aanduiding voor een cultuurperiode die begint met de invoering van landbouw en veeteelt en eindigt bij het in gebruik nemen van metalen zoals koper en brons. Datering van het neolithicum is daarom streekgebonden: in het Midden-Oosten begon het ongeveer 10.000 jaar geleden, direct na het einde van de laatste IJstijd; in West-Europa begon het pas duizenden jaren later. Het belangrijkste kenmerk van deze periode is de overgang van een nomadische jager-verzamelaarscultuur naar een agrarische cultuur (boeren en herders). Deze ontwikkeling vond gelijktijdig plaats in o.a. de "Vruchtbare sikkel", de Indusvallei en het huidige Peru. In het wild groeiende granen (emerkoren, tarwe, gerst) en verschillende dieren (schapen, geiten, varkens en (pas veel later) paarden) worden gedomesticeerd. Families die ontstaan, omwallen hun dorpen met aarde of gestapelde stenen. Steden als Jericho, Çatal Hüyük en Mehrgarh (ontstaan tussen 8000 en 6000 v. Chr.) worden beschouwd als de voorlopers van de stedelijke cultuur en de latere stadsstaten.
Voor deze revolutie leefde de mens van de jacht, visvangst en verzamelen van plantaardig voedsel, erna hoofdzakelijk van de landbouw en veeteelt.
Tegenwoordig spreekt men in de geschiedwetenschap niet meer van een neolithische revolutie maar van een neolithische evolutie[1]. Het is namelijk gebleken dat deze overgang langer duurde en geleidelijker verliep dan men aanvankelijk dacht, van een in korte tijd opgetreden revolutie bleek geen sprake te zijn. De term neolithische revolutie is echter ingeburgerd geraakt; de term evolutie wordt voorlopig alleen gebruikt door historici en archeologen.
De overgang is alleen mogelijk als aan een aantal voorwaarden voldaan is:
- De mens moest leven in een nederzetting.
- Het klimaat en de bodem moesten gunstig zijn om gewassen te verbouwen; er moesten ter plaatse gewassen en dieren zijn die zonder veel moeite te domesticeren waren.
- Er moest een relatief groot bevolkingsaantal aanwezig zijn voor het leveren van de benodigde spierkracht, aangezien landbouw veel arbeidsintensiever is dan jacht, en voor het algemeen onderhoud van de nederzetting.
- Door een toenemend bevolkingsaantal raakten de natuurlijke hulpbronnen uitgeput waardoor de mens werd gedwongen over te gaan op landbouw.
Onder wetenschappers is er verschil van mening of de neolithische revolutie nu vóór of na de Sedentaire revolutie heeft plaatsgevonden. Maar sommige nomadenclans blijven langer op eenzelfde plaats dan andere, zodat beide mogelijk zijn geweest.
[bewerk] Noten
- ↑ R.S. Mac Neish, The Origins of New World Civilization, in Scientific American 211 (1964), p. 37: '... think more in terms of Neolithic "evolution" than "revolution".'