Planetaire differentiatie
Van Wikipedia
In de kosmogonie is planetaire differentiatie een proces waarbij de dichtere delen van een gesmolten planeet naar het centrum zinken terwijl de minder dichte materialen naar de oppervlakte stijgen. Zulk een proces bepaalt de samenstelling van de aarde en leidt meestal tot de vorming van aardkern, aardkorst en aardmantel. Merk op dat sommige van deze materialen naar andere regio's kunnen gaan dan logisch, door het chemische aard; ze worden dan "meegesleurd" door andere materialen waarmee ze geassocieerd zijn. Het uranium in de aardkorst is hiervan een mooi voorbeeld.
Op Aarde heeft dit proces gezorgd voor een oppervlakdichtheid van 3000 kg/m3 terwijl de gemiddelde dichtheid van de planeet 5515 kg/m3 bedraagt.
Van zowel de aardkern als mantel is de samenstelling vrij regelmatig. De "vreemde" elementen hebben zich opgehoopt in de aardkorst en vermoedelijk in de D''-laag. Dit is een laag waarvan het bestaan vermoed wordt tussen de aardkern en mantel in. Men vermoed dat materiaal dat niet in de aardkern thuishoort zich hier verzameld. Dit gaat relatief makkelijk omdat de aardkern vloeibaar is. De mantel is heel wat minder soepel en dus gaat hier relatief weinig massa doorheen richting aardkorst. Toch gebeurt dit, denkt men. Men vermoed dat hot-spots verschijnselen zijn waar materiaal uit de D''-laag aan het aardoppervlak komt. Een bekende hot-spotzone is Hawaï.