Poolse Mark
Van Wikipedia
De Poolse Mark was de munteenheid van Polen tussen 1917 en 1924. Ze werd geïntroduceerd door de Centrale mogendheden in het Russische deel van Polen toen zij dit bezetten. Al snel na onafhankelijkheid besloot de Poolse regering de Złoty opnieuw in te voeren zodra dit kon. Na een naoorlogse hyperinflatie vergelijkbaar met die in o.a. Duitsland gebeurde dit dan ook.
Inhoud |
[bewerk] De Mark tijdens de oorlog (1917-1918)
In 1915 slagen de centrale mogendheden erin het Russische leger terug te dringen en het hele congreskoninkrijk te bezetten. Door deze bezetting circuleren er vier munteenheden; de Russische Roebel, Duitse Mark, Duitse Bezettingsmark (oost) en de Oostenrijk-Hongaarse Kroon. Op 9 december 1916 besluit de Duitse gouverneur-generaal na overleg met de Oostenrijkse tot de oprichting van een nieuwe bank “De leenbank van het Poolse land” (Polska Krajowa Kasa Pożyczkowa). Ook wordt er die dag besloten tot het creëren van een nieuwe [munteenheid] voor het land. Dit werd de Poolse Mark (Polska Marka); bestaande uit 100 Fenigów. Deze was in feite gelijk aan de Duitse Mark (ruilvoet 1:1) . De stabiliteit van de Poolse Mark werd door de Duitse Reichsbank tot 1 miljard Mark gegarandeerd.
Er worden munten geslagen (in Stuttgart) en bankbiljetten gedrukt, en vanaf 16 februari 1917 in omloop gebracht. Het gaat om munten van 1, 5, 10 and 20 Fenigów en biljetten van ½, 1, 2, 5, 10, 20, 50, 100, 500 en 1000 Mark.
[bewerk] Naoorlogse jaren (1918-1922)
Aan het einde van de oorlog is er 880 miljoen Mark in omloop. De nieuwe Poolse regering neemt de leenbank over en besluit de Mark voorlopig als munteenheid aan te houden, en deze tevens los te koppelen van de Duitse Mark. Reeds in februari 1919 werd er echter al aangekondigd dat de Złoty in de toekomst de Mark gaat vervangen. De Złoty was immers al sinds het einde van de 15de eeuw tot 1850 de munteenheid van het land, en was daarmee een nationaal symbool geworden waar veel waarde aan gehecht werd.
In 1919 worden er toch nieuwe bankbiljetten in omloop gebracht. Deze keer met Poolse historische motieven, er zijn biljetten van 5, 10, 20, 100 en 1000 Mark. Een zilveren munt van 50 Mark wordt gepland, maar nooit geslagen vanwege de grote inflatie.
[bewerk] Hyperinflatie (1922-1924)
Al snel na onafhankelijkheid raakte Polen verwikkeld in een aantal grensoorlogen. Het aangaan van aanzienlijke schulden is de enige manier waarop men denkt deze te kunnen betalen. Het financieringstekort wordt bovendien ‘opgelost’ door nieuw geld te drukken.Dit heeft tot gevolg dat de hoeveelheid geld in omloop zeer snel stijgt, en de koers van de Poolse Mark bijna even hard daalt. In het midden van 1923 slaat inflatie om in hyperinflatie.
De prijs van 1US$ (in Poolse Mark)
1919..........................90
1921..........................6000
Mei 1923......................52.000
Juli 1923.....................140.000
Begin november 1923.....2.000.000
Eind november 1923......5.000.000
Januari 1924............9.300.000
Op 20 januari 1924 wordt door besluit van de Sejm de nieuw opgerichte “Poolse Bank” de enige instelling die bankbiljetten in omloop mag brengen. De Bank begint zijn activiteiten op 28 april 1924. Het wisselde Poolse Marken om tegen Zloty’s met een koers van 1.800.000 Mark voor 1 Zloty. De Zloty was paritair met de Goudfrank (de Zwitserse Frank). De nieuwe wisselkoers wordt 5,18 Zloty (of 9.324.000 Mark) tegen 1 US-Dollar.
Op 20 januari 1924 wordt door besluit van de Sejm de nieuw opgerichte “Poolse Bank” de enige instelling die bankbiljetten in omloop mag brengen. De Bank begint zijn activiteiten op 28 april 1924. Het wisselde Poolse Marken om tegen Zloty’s met een koers van 1.800.000 Mark voor 1 Zloty. De Zloty was paritair met de Goudfrank (de Zwitserse Frank).
[bewerk] Bronnen
- Poolse Mark op de Engelstalige Wikipedia (2005)
- Geschiedenis van Polen op de Engelstalige Wikipedia (2005)
- Schon (1999), Kleiner Deutscher Muenzkatalog.
- Rosenberg (2002), Die Deutschen Banknoten ab 1919
- Narodowy Bank Polski (2006), www.nbp.pl/