Prijzenoorlog
Van Wikipedia
Een prijzenoorlog is een situatie waarin ondernemingen binnen een bepaalde sector elkaar beconcurreren door prijsverlagingen door te voeren, en hiermee een groter marktaandeel proberen te verwerven. Soms wordt er tijdens een prijzenoorlog structureel onder de kostprijs verkocht.
Omdat sommige ondernemingen hierdoor failliet gaan, was in Nederland de algehele doctrine tegen prijzenoorlogen. Nederland was een kartelland: leven en laten leven was de leus. Het idee hierachter is dat nadat doormiddel van een prijzenoorlog de zwakste spelers uitgeschakeld zijn, er minder concurrentievermogen in de markt overblijft. In deze redenering heeft de nieuwe situatie na de prijzenoorlog meer monopolistische kenmerken, waardoor op lange termijn de prijzenoorlog juist negatieven (prijs)effecten voor de consument heeft. Dit effect zal zich met name voordoen in markten die voorafgaand aan de prijzenoorlog al niet uit erg veel aanbieders bestaan. Het is dan ook begrijpelijk dat in een markt als Nederland, die door zijn geringe geografische grootte in veel sectoren slechts enkele actoren kent, een zekere terughoudendheid bij de toestaan van prijzenoorlogen bestond.
'Oneerlijke' concurrentie door bijvoorbeeld als nieuwkomer onder de kartelprijs te verkopen of een kartellid hiertoe aanzetten, werd gezien als zeer smerig en soms zelfs onrechtmatig gedrag. Dit denken is in korte tijd echter onder invloed van de Europese Commissie en NMa sterk gewijzigd. Vrije concurrentie wordt aangemoedigd, kartels worden beboet, en een prijzenoorlog hoeft niet te worden geschuwd. In de nieuwe economische leer betekent dit slechts marktwerking, en als hierdoor "dood hout" (inefficiënte ondernemingen) wordt weggesneden, dan is dat alleen maar efficiëntiebevorderend. Doordat het denken in termen van de beperkte Nederlandse markt met weinig spelers steeds vaker plaats maakt voor het redeneren vanuit de veel grotere Europese markt met ruim voldoende spelers, verliest het argument tegen prijzenoorlogen ook aan relevantie omdat zelfs na de prijzenoorlog voldoende concurrentievermogen aanwezig blijft.
[bewerk] Supermarktoorlog
In 2003 startte er in Nederland een prijzenoorlog in de supermarktsector. Onder druk van de landelijke supermarktketen Albert Heijn, die zijn prijzen fors omlaag bracht, zagen de andere supermarkten in het land zich genoodzaakt om de trend te volgen. Ook werden de leveranciers van AH gedwongen om hun goederen onder kostprijs te verkopen. De supermarktoorlog duurde nog voort tot in 2006. Uiteindelijk werden 29 Konmars overgenomen door Ahold, waarvan er 23 naar Albert Heijn gingen en 6 naar C1000. 12 Konmars werden overgenomen door Jumbo. De winkels van Edah gingen naar de formules Plus, Em-te en Golf. Laurus hield door deze verkopen alleen nog Super de Boer over.
Een andere Nederlandse sector waarin in het verleden een prijzenoorlog gewoed heeft is die van de benzinepompstations.