Rands sluiptimalia
Van Wikipedia
Rands sluiptimalia IUCN-status: Gevoelig |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Napothera rabori (Rand, 1960) |
De Rands sluiptimalia (Napothera rabori) is een timalia die alleen voorkomt op het eiland Luzon in de Filipijnen.
Inhoud |
[bewerk] Algemeen
Rands sluiptimalia is een grote timalia met lange poten en een lange staart. De mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar en de drie ondersoorten zijn voornamelijk te onderscheiden door de kleur van het gezicht. Bij N. r. rabori is deze kastanjebruin en de andere twee donkerbruin.
Een volwassen exemplaar van N. r. mesoluzonica heeft donkerbruine veren met zwarte randen op de kruin en bovenkant van de rug. De romp is roodachtig bruin. Dwars over de romp loopt een verborgen witte band van de ene flank naar de andere. De vleugels en de staart zijn donkerbruin met een rode tint. De uiteinden van de vleugels zijn donkerbruin met witte stippen. De plekken achter de oren zijn wit en de wangen grijs met wit. Aan de zijkant van de kop lopen zwarte strepen. De keel en bovenkant van de borst zijn wit. Daaronder loopt een brede grijze band. Het midden van de buik is weer wit. De flanken zijn roodbruin en de onderzijde van de staart roodachtig bruin. De bovenkant van de snavel is zwartachtig bruin en de onderkant lichtgrijs. De ogen zijn bruin en de poten lichtbruin. Een juveniel is grotendeels rooadachtig bruin met een witte keel. Daarnaast zijn de plekken op de vleugel minder duidelijk.
Deze soort wordt inclusief staart 21,5 centimeter en heeft een vleugellengte van 8,5 centimeter.
Rands sluiptimalia is een erg schuwe vogel.
[bewerk] Ondersoorten en verspreiding
Van Rands sluiptimalia zijn drie ondersoorten bekend:
- Napothera rabori mesoluzonica (provincie Laguna op Luzon)
- Napothera rabori rabori (Noord-Luzon)
- Napothera rabori sorsogonensis (Zuid-Luzon)
[bewerk] Leefgebied
Rands sluiptimalia leeft op de bodem van primaire en secundaire bossen tot op een hoogte van minstens 800 meter boven zeeniveau.
[bewerk] Voortplanting
Er is weinig bekend over de voortplanting van deze soort in het wild. Er zijn net uitgevlogen jongen gezien in de maanden maart, april, mei en augustus
[bewerk] Literatuur
- Kennedy, R.S., Gonzales P.C., Dickinson E.C., Miranda, Jr, H.C., Fisher T.H. (2000) A Guide to the Birds of the Philippines, Oxford University Press, Oxford.