Sepp Dietrich
Van Wikipedia
Josef 'Sepp' Dietrich (Hawangen, Allgäu, 28 mei 1892 – Ludwigsburg, 24 april 1966) was een Duitse SS'er en in die hoedanigheid bevelhebber van de 1ste Panzer SS Divisie Leibstandarte Adolf Hitler en bevelhebber van de zesde Pantserleger dat een rol speelde tijdens het Ardennenoffensief.
Dietrich was tijdens het Ardennen-offensief, commandant van het Zesde SS-pantserleger. Zijn belangrijkste speerpunt was Kampfgruppe Peiper. In het noordelijk gedeelte kwam deze Kampfgruppe het verst totdat zij terug moesten trekken met achterlating van hun tanks wegens gebrek aan brandstof en met medeneming van al hun krijgsgevangen.
Na de oorlog werden, tijdens het Malmedy-proces te Dachau in 1946, Peiper tot de strop en Dietrich tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Tijdens de opmars werden bij een kruispunt in de omgeving van Malmedy Amerikaanse krijgsgevangenen, die zich al hadden overgeven, door SS-er's genadeloos neergeschoten.
Aangezien er grove onregelmatigheden hadden plaatsgevonden tijdens het vooronderzoek waartegen de Amerikaanse publieke opinie in opstand kwam, konden Dietrich en Peiper de gevangenis van Landsberg in 1957 'on parole' verlaten. De vasthoudendheid van een Amerikaanse advocaat, Willis M. Everett uit Atlanta, Georgia, heeft dit uiteindelijk bewerkstelligd.
Adolf Hitler omschreef hem vaak als de man waarvan hij wenste dat hij ooit zijn zoon zou zijn geweest (iets soortgelijks zei Hitler echter ook over de Belgische SS'er Léon Degrelle).