Spaans Neerbeek
Van Wikipedia
Spaans Neerbeek (Limburgs: Sjpaans Nirbik) is een voormalig gehucht toebehorend aan de voormalige gemeente Geleen en was gelegen aan de Cötelbeek (Keutelbeek) en de hoofdverbindingsweg tussen Beek en Oud-Geleen. In vroege tijden was ook de naam Dael-Neerbeek gangbaar. 'Dael' had in deze de betekenis van verder stroomafwaarts gelegen, dit als tegenhanger van het stroomopwaarts gelegen andere deel van het gehucht Neerbeek, nu deeluitmakend van de gemeente Beek. De toevoeging 'Spaans' is ontstaan in de Tachtigjarige Oorlog toen in 1661 het gehucht, dat tot dan toe één dorp was, gescheiden werd in een deel dat lange tijd in handen was van de Spaanse overheersers, terwijl het andere deel in handen was van de Staatse troepen. De vroegere bevolking bestond nagegenoeg geheel uit boeren en kleine ambachtslieden.
In de jaren 30 van de vorige eeuw is Spaans Neerbeek afgesneden van het Beekse deel van Neerbeek door de aanleg van een mijnspoor van de Staatsmijn Maurits naar de Mijnen in de Oostelijke Mijnstreek en de autoweg Geleen-Heerlen. De verbinding met Neerbeek bestond nog slechts uit een brug over beide objecten. In 1966 is Spaans-Neerbeek nagenoeg geheel afgebroken en was de tot dan toe hechte gemeenschap die er generaties lang woonde gedoemd te verdwijnen. Een aantal fraaie huizen, hoeven en vakwerkhuizen werden volledig van de kaart geveegd om plaats te maken voor een nieuwe wijk voor het expansief groeiende Geleen. Wat er restte van het gehucht ging volledig op in de wijk Geleen-Zuid. Slechts een straat, Spaans Neerbeek genaamd en gelegen op de plaats waar vroeger de Dorpstraat lag, herhinnert nog aan het vroegere dorpje.