Struikhei
Van Wikipedia
Struikhei | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Struikhei |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Calluna vulgaris |
De struikhei (Calluna vulgaris) komt in heel Europa voor, maar vooral in Midden- en Noordeuropa. Naar het Oosten komt het heestertje tot West-Siberië voor. In de negentiende eeuw is de struikhei door Schotse immigranten meegenomen naar Canada en heeft zich vandaar uit over geheel Noord-Amerika verspreid. Het is de enige soort in het geslacht Calluna.
De struikhei wordt 30 tot 100 cm hoog.
Het heeft tweeslachtige, alzijdige bloempjes. De kelk en de bloemkroon hebben dezelfde kleur. Aan het eind van de takjes zitten paarse bloempjes, die zorgen voor de mooie paarse heidevelden. Elke bloem heeft twee schutblaadjes. Vooral in natte jaren is de bloei uitbundig. De bloemkroon blijft nog lang vastzitten ook als de plant uitgebloeid is. De bloeiwijze is trosvormig. Aan de takjes zitten kleine ongesteelde, lancetvormige blaadjes. Aan de voet van de blaadjes zitten twee priemvormige oortjes.
[bewerk] Ecologie
Struikhei komt voor op arme zandgronden en in kalkarme duinen. De heide kan alleen in stand gehouden worden door regelmatig plaggen, waardoor de grond schraal blijft. Bij een wat rijkere grond treedt vergrassing op. Ook is verbraming een probleem.
De nectar is door insecten makkelijk te bereiken. Naast honingbijen en hommels komen ook graafbijen met een korte tong, wespen en vliegen op de nectar af. Voor de gewone heispanner is struikhei ook een waardplant.
[bewerk] Gebruik
De takken werden vroeger veel gebruikt voor het maken van bezems. Ook nu nog zijn deze bezems te verkrijgen.
[bewerk] Galerij
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Calluna vulgaris op Wikimedia Commons. |