Triple test
Van Wikipedia
De triple test (tripeltest) is een vorm van kansbepalende prenatale diagnostiek. Bij de test wordt bloedserum van de moeder afgenomen. Op basis van de concentratie van drie stoffen uit dit serum wordt de kans op een kindje met Down syndroom of een neuralebuisdefect (open rug) berekend. De test kan worden uitgevoerd vanaf week 14.
De volgende stoffen in het bloed van de moeder worden gemeten:
- alfa-foetoproteïne. Een hogere dan gemiddelde concentratie betekent een verhoogde kans op een neuralebuisdefect, een lagere dan gemiddelde concentratie betekent een verhoogde kans op Down syndroom
- humaan choriongonadotrophine. Een hogere concentratie betekent een verhoogde kans op Down syndroom
- oestriol. Een lagere concentratie duidt op een verhoogde kans op Down syndroom
Bij de berekening van de kans op Down syndroom wordt ook nog de leeftijd van de moeder betrokken.
De triple test is een kansbepalende test en geeft geen zekerheid. Wanneer een verhoogde kans wordt geconstateerd, dan zal de vruchtwaterpunctie uitsluitsel moeten bieden.
De triple test is zo genoemd omdat er drie stoffen uit het bloedserum gebruikt worden. Andere tests zijn de quadruple test (quadrupeltest) op basis van vier stoffen, die pas later in de zwangerschap uitgevoerd kan worden. De double test is gebaseerd op slechts twee stoffen die juist vroeg in de zwangerschap (vanaf 8 weken) voorkomen. De triple test was in België en Nederland het meest gebruikelijk, maar is de afgelopen jaren ingehaald door de 1e trimester Combinatie Test.
De 1e trimester combinatietest geeft een betere kansberekening, op een vroeger stadium in de zwangerschap. De 1e trimester combinatietest bestaat uit een bloedonderzoek, waarbij Vrij-Beta-hCG en PAPP-A gemeten worden in het bloed van de moeder. Deze waarden worden samengevoegd met de dikte van de nekplooi (NT-meting, een echografische meting).
[bewerk] Externe links
- [1] Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, testinstantie