Vroege schismata
Van Wikipedia
Het Grote Schisma was niet het eerste schisma tussen Oost en West. Er zijn gedurende het eerste millennium van de Kerk meer dan twee eeuwen lang schisma's geweest.
In de 4de eeuw was de kerk verdeeld over het Arianisme, een doctrine die door velen in het Oosten werd gesteund, hoewel ze door het Concilie van Nicaea (325) was verworpen.
Een nieuwe controverse begon in 404 toen de Byzantijnse Keizer Arcadius de door Rome gesteunde patriarch van Constantinopel Johannes Chrysostomus afzette. De Paus verbrak al spoedig iedere communie met de oosterse patriarchen omdat zij de verbanning van Chrysostomus hadden gedoogd. De deling werd pas in 415 geheeld toen de oosterse patriarchen met terugwerkende kracht Christomus als legitieme patriarch erkenden.
Als gevolg van de uitspraken van de concilies van Efeze (431) en Chalcedon (451) vonden schisma's plaats die leidden tot het ontstaan van wat men de Oriëntaalsorthodoxe Kerken is gaan noemen.
Tot deze kerken rekent men:
- De Assyrische Kerk van het Oosten, ontstaan na het concilie van Efeze (431) als de Oost-Syrische of Nestoriaanse Kerk, dit ten gevolge van een splitsing binnen de Syrische kerk van Antiochië (gesticht in 37 AD). Deze kerk volgde de leer van Nestorius. Het Nestorianisme (of de leer die de scheiding tussen de goddelijke en de menselijke natuur van Christus benadrukt) wordt afgewezen door de andere Oriëntaalsorthodoxe Kerken.
- De Syrisch-Orthodoxe Kerk of 'Jacobitische' Kerk behoorde oorspronkelijk eveneens tot de Syrische kerk van Antiochië en werd gedefinieerd als de West-Syrische kerk na het concilie van Efeze van 431. Deze kerk erkent het concilie van Chalcedon 451 niet. Het zijn zogenaamde “monofysieten”.
- De Koptisch-orthodoxe Kerk (in Egypte) is ontstaan uit het patriarchaat van Alexandrië. Zij verwierp het Concilie van Chalcedon in 451. Politieke elementen en de strijd tussen Constantinopel (Nestorius, Eutyches) en Alexandrië (Cyrillus, Dioscurus) speelden hierin een rol: volgens de Kopten beoogde dit Concilie de politieke overheersing van het Byzantijnse rijk.
- De Armeens Apostolische Kerk. In 301 werd door de Armeense koning Tiridates III het christendom ingesteld als staatsgodsdienst. In 451 was Armenië niet vertegenwoordigd op het concilie van Chalcedon vanwege de oorlog tegen de Perzen. Toen men de besluiten van het concilie vernam werden deze afgewezen. In 505 koos de Armeense kerk formeel voor het monofysietisme.
Deze groep kerken beroepen zich wat hun geloofsleer betreft op de eerste oecumenische concilies van de ongedeelde kerk, te weten het Eerste Concilie van Nicaea (325), het Concilie van Constantinopel I (381) en (met uitsluiting van de Assyrische kerk) het Concilie van Efeze (431). Zij hebben een andere viering van de kerkelijke feestdagen en gebruiken uitsluitend de Juliaanse kalender.
Een nieuw conflict ontstond in 482, toen de Byzantijnse Keizer Zeno een edict uitvaardigde dat bekend staat als het Henotikon. Hiermee werd getracht de monofysieten (die geloofden dat Jezus Christus slechts een goddelijke natuur had) te verzoenen met de leer van het grootste deel van de Kerk (namelijk dat Jezus twee naturen had, een goddelijke én een menselijke). Het edict werd echter afgekeurd door Paus Felix III. In 484 excommuniceerde deze Paus de patriarch van Constantinopel, Acacius, die had aangedrongen bij Keizer Zeno om het Henotikon uit te vaardigen. Men noemt dit het Acaciaans schisma. Het schisma werd pas meer dan dertig jaar later beëindigd in 519, toen de Byzantijnse Keizer Justinianus I de ex-communicatie van Acacius erkende.
Hoewel de Kerk technisch gesproken weer verenigd was, dreef ze praktisch gezien verder uiteen.