Wet milieugevaarlijke stoffen
Van Wikipedia
Wat wettelijk wordt verstaan onder 'gevaarlijke stoffen' is vastgelegd in de Wet Milieugevaarlijke Stoffen (1997). Een stof is gevaarlijk als deze milieugevaarlijk is of één of meer van de volgende eigenschappen heeft: ontplofbaar, oxiderend, (zeer) licht ontvlambaar, (zeer) vergiftig, bijtend, irriterend, schadelijk of milieugevaarlijk.
In het algemeen verstaan we onder een gevaarlijke stof een stof die kan leiden tot gezondheidsschade bij iedereen die op de werkplek met deze stof in aanraking komt. Alle stoffen en producten die in het kader van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen zijn geëtiketteerd, worden minimaal beschouwd als gevaarlijk. Een gevaarlijke stof kan een bestanddeel zijn van een product, bijvoorbeeld van een lijm, verf of schoonmaakmiddel. Veelal is het product dan ook geëtiketteerd als gevaarlijk. Gevaarlijke stoffen hoeven geen 'chemische' stoffen te zijn. Ook micro-organismen (zoals schimmels en bacteriën) en bijvoorbeeld meelstof kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Blootstelling aan schimmels of meelstof kan leiden tot bijvoorbeeld beroepsastma of een allergie. Tijdens het werk kunnen ook gevaarlijke stoffen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn: lasrook en allerlei soorten stof (bijvoorbeeld houtstof en sloopstof). Gevaarlijke stoffen kunnen zowel gassen, vloeistoffen als vaste stoffen zijn.
Inhoud |
[bewerk] Risico's van gevaarlijke stoffen
Als je weet met welke stoffen je werkt, kun je beoordelen of deze stoffen kunnen leiden tot een risico op gezondheidsschade. Of een stof kan/zal leiden tot een risico op gezondheidsschade bij een of meer werknemers is afhankelijk van twee factoren, namelijk de giftigheid van de stof (ook wel het gevaar genoemd) die aangeeft wat het mogelijke effect van de stof op de gezondheid is, en de blootstelling van de perso(o)n(en) in kwestie aan de stof. Met de blootstelling wordt bedoeld: kan de persoon in aanraking komen met de stof en zo ja, is dat veel of weinig?
[bewerk] Herkenning van gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen zijn te herkennen aan het etiket op de verpakking. Het etiket bevat een gevaarsymbool en de bijbehorende R- en S- zinnen.
Voor de betekenis van de gevaarsymbolen, zie: WMS Etikettering.
R-zinnen geven het gevaar van een stof aan. S-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen weer. Voor een overzicht van R- en S-zinnen zie R-zinnen.
Voor veel stoffen is in Europees verband vastgelegd wat de etikettering moet zijn (Richtlijn 67/548/EEG) . Daarom zijn deze Europese regels “ingevoegd” in de Nederlandse WMS regelgeving.
[bewerk] Veiligheidsinformatieblad/Wet Milieugevaarlijke stoffen (WMS)
Van elk product dat onder de definitie '(milieu)gevaarlijk' valt, dient door de leverancier aan de beroepsmatige gebruikers bij eerste levering (en bij een verandering) een veiligheidsinformatieblad (VIB) ter beschikking te worden gesteld. Groepen van gevaarlijke producten staan vermeld in de Wet milieugevaarlijke stoffen (WMS) art. 34.2.
In het VIB is informatie te vinden over de samenstelling van het product, de risico's, eerste hulpmaatregelen, brandbestrijdingsmaatregelen, maatregelen bij accidenteel vrijkomen van het product, hantering in opslag, persoonlijke bescherming, fysische en chemische eigenschappen, stabiliteit en reactiviteit, toxicologische informatie, ecologische informatie, instructies voor verwijdering en informatie met betrekking tot het vervoer en de wettelijk verplichte etikettering inclusief R- en S-zinnen. De informatie uit het VIB heeft u nodig om veilig te kunnen werken.
[bewerk] Gevaarlijke stoffen - geen WMS stoffen
Voor de hieronder staande groep stoffen geldt specifieke wetgeving. Het Veiligheidsinformatiebladenbesluit (VIB-besluit) is hierop niet van toepassing:
- Bestrijdingsmiddelen (bestrijdingsmiddelenwet)
- Cosmetica (cosmeticabesluit warenwet)
- (Dier)geneesmiddelen (wet op de geneesmiddelenvoorziening en Diergeneesmiddelenwet)
- Stoffen en preparaten in douanevervoer
- Voedingsmiddelen
- Afvalstoffen
- Munitie en springstoffen
- Radioactieve stoffen.
[bewerk] Geen R-zin, maar toch gevaarlijk?
Let op!! Stoffen in de eerder genoemde categorieën kunnen wel degelijk gevaarlijk zijn, echter zij vallen niet onder de Wet Milieugevaarlijke Stoffen. En zijn daarom niet voorzien van een gevaarsymbool, R- en S-zinnen. Een bekend voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld benzine dat volgens de WMS milieugevaarlijk, brandbaar en giftig is. Maar deze etiketten niet hoeft te dragen. Een ander bekend voorbeeld zijn sigaretten, hoewel bewezen kankerverwekkend worden ze toch niet uitgerust met de bekende oranje/zwarte doodskoppen.
GHS (Global Harmonized System)
Per 2006/2007 zal het WMS die op basis van een EG regeling is over gaan naar het "Global Harmonized System". Dan zullen de citeria en groepen in lijn worden gebracht met de groepen zoals we die ook al kennen in de transportwetgeving, zoals het ADR.