Wouter van Twiller
Van Wikipedia
Dit artikel maakt deel uit van de serie over Nieuw-Nederland | |||||
Patroonschappen:
|
Wouter van Twiller (Nijkerk, 22 mei 1606 – ?, begraven Amsterdam, 29 augustus 1654) was van 1633 tot 1638 directeur van Nieuw-Nederland.
Van Twiller werd geboren te Nijkerk als zoon van Walter van Twiller en Marita van Rensselaer. Hij was aanvankelijk klerk van de West-Indische Compagnie (WIC). In 1633 werd hij op 27-jarige leeftijd tot directeur van Nieuw-Nederland benoemd, als opvolger van Bastiaen Jansz. Krol. Van Twiller vertrok met het schip Soutberg naar de Nieuwe Wereld.
Van Twiller raakte meteen na aankomst in conflict met de predikant, Everardus Bogardus, en met de fiscaal, Lubbert van Dincklagen, over de manier waarop de kolonie bestuurd moest worden. Hij kwam ook in aanvaring met David Pietersz. de Vries, die zijn gebrek aan ervaring en leiderschap laakte. De Vries uitte zijn mening in een nogal ongunstig verslag in zijn Korte Historiael, dat in 1655 verscheen, en dat Van Twillers reputatie sindsdien bepaald heeft. Ten onrechte. Van Twillers verzet tegen de Engelse pogingen om de Connecticut en de Delaware Rivier over te nemen was zo sterk als de kracht van Nieuw-Nederland op dat moment toeliet. Hoewel onder zijn bewind de pelshandel toenam, werd hij per september 1637 van zijn post ontheven. Hij werd opgevolgd door Willem Kieft. Van Twiller keerde in juli 1638 terug naar Nederland, waar hij voornamelijk in Amsterdam woonde. Zijn betrokkenheid met Nieuw-Nederland zette hij voort via zijn eigen handel en als voogd over de nalatenschap van zijn oom, Kiliaen van Rensselaer.