Aerodynamische strips
Van Wikipedia
In 1998 werden bij de Olympische Winterspelen in Nagano voor het eerst weerstandsverlagende strips toegepast op schaatspakken. De strips werden ontwikkeld door twee onderzoekers van de Technische Universiteit Delft: dr.ir. L.L.M. Veldhuis en ir. W.A. Timmer, beide werkzaam bij de Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek [1].
De werking van de strips is gebaseerd op het kunstmatig veranderen van de grenslaag (de laag lucht die door wrijving langs het oppervlak wordt afgeremd) van een laminaire in een turbulente grenslaag.
[bewerk] Grenslaagstroming
Wanneer lucht (of vloeistof) langs een oppervlak stroomt wordt deze afgeremd door wrijving. Het gevolg is dat er een laagje ontstaat met een snelheidsverdeling die loopt van de (ongestoorde) snelheid aan de buitenkant van de grenslaag tot nul op de wand (zie figuur 1).
Bij stompe voorwerpen (zoals een menselijk lichaam) laat de laminaire stroming los aan de zijkant van het lichaam. Het resultaat is een groot gebied waarin de lucht met het lichaam wordt meegezogen (het zogenaamde zog). De weerstand, die met name het gevolg is van drukverschillen aan de voor en achterzijde, neemt hierdoor sterk toe. Wordt de lucht echter eerst verstoord door zigzagstrips dan ontstaat een turbulente grenslaag die in staat is langer het lichaam te volgen. Als gevolg hiervan onstaat een kleiner zog en daarmee een beduidend lagere weerstand. Door de strips op het hoofd en de onderbenen aan te brengen (in het geval van een glad pak) wordt de weerstand lokaal verlaagd met ca. 50%. Dit leidt bij een schaatsers tot een totale weerstandsvermindering van 2% - 5%.