Anhalt-Köthen
Van Wikipedia
| Vlag | Wapen |
|---|---|
 |
 |
| Kaart | |
|
|
|
| Hoofdstad | Köthen |
| Regeringsvorm | Monarchie |
| Staatshoofd | Vorst/hertog |
| Dynastie | Ascaniërs |
| Bestaan | 1603-1847/1853 |
| Ontstaan uit | Anhalt |
| Opgegaan in | Anhalt-Dessau-Köthen |
| Oppervlakte | |
| Inwoners | |
| Taal | Duits |
| Religie | Protestants |
| Munteenheid | |
| Leus | {{{leus}}} |
Anhalt-Köthen (ook wel Anhalt-Cöthen) was een vorstendom en later hertogdom in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt dat bestond van 1603 tot 1847/1853.
[bewerk] Geschiedenis
Köthen, van oudsher in bezit van het huis der Ascaniërs, behoorde sinds 1251 tot verschillende Anhaltse deelvorstendommen. Het werd zelfstandig op 17 juni 1603, toen de zoons van Joachim II Ernst (1561-1586), die geheel Anhalt had geregeerd, het land na zeventien jaar gezamenlijk regeren opsplitsten. Van hen ontving Lodewijk (1603-1650) hierbij Anhalt-Köthen.
Deze Lodewijk, uit de Duitse literatuurgeschiedenis bekend als een van de oprichters en eerste leider van de Fruchtbringende Gesellschaft, werd in 1650 opgevolgd door zijn onmondige zoon Willem Lodewijk (1650-1665). Met hem stierf de linie Anhalt-Köthen uit. Het vorstendom viel nu toe aan Lebrecht (1665-1669) en Emanuel (1665-1670), zoons van Lodewijks broer August van Anhalt-Plötzkau. De eerstgenoemde stierf in 1669 kinderloos, de tweede in 1670 met achterlating van een zwangere vrouw. Zijn postume zoon Emanuel Lebrecht (1670-1704) aanvaardde in 1692 de regering, maar stierf al in 1704. Op hem volgden zijn zoons Leopold (1704-1728) en August Lodewijk (1728-1755). August Lodewijks opvolger Karel George Lebrecht (1755-1789) sneuvelde in 1789 in de Turkenoorlogen.
Zijn zoon en opvolger August Christiaan Frederik (1789-1812), evenals zijn vader keizerlijk veldmaarschalk, was een groot bewonderaar van Napoleon en richtte zijn land land op Franse wijze in. Hij trad in 1807 toe tot de Rijnbond, waarbij hij de hertogstitel ontving. Zijn op napoleontische leest geschoeide departementen, staatsraad, Code Napoléon en orde van verdienste werden na zijn dood in 1812 weer afgeschaft. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige neef Lodewijk August (1812-1818), onder wie het hertogdom in 1815 lid van de Duitse Bond werd en diep in de schulden raakte.
Deze tweede linie Anhalt-Köthen stierf met Lodewijk August in 1818 uit. De staat viel nu toe aan Ferdinand Frederik (1818-1830) uit de zijlinie Anhalt-Köthen-Pleß. Deze werd in 1825 katholiek en voerde onder andere de jezuïeten in. Hij werd na zijn kinderloze dood opgevolgd door zijn broer Hendrik (1830-1847), die in 1847 eveneens kinderloos stierf. Anhalt-Köthen viel hierop toe aan Leopold IV Frederik, hertog van Anhalt-Dessau. Deze voegde zijn twee staten in 1853 samen tot Anhalt-Dessau-Köthen, dat nadat hij ook Anhalt-Bernburg had geërfd, in 1863 met dat land werd verenigd tot Anhalt.
