Anti-Revolutionaire Partij
Van Wikipedia
De Anti-Revolutionaire Partij (ARP) was de eerste politieke partij in Nederland. Ze bouwde verder aan een al bestaande parlementaire stroming, die was begonnen door Guillaume Groen van Prinsterer. De naam `antirevolutionair´[1] verwijst naar het verwerpen van de ideeën van de Franse Revolutie.
De partij werd opgericht door Abraham Kuyper in 1879. Het belangrijkste strijdpunt van de ARP was de gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs. De traditionele achterban van de ARP vormen de `kleine luyden´. Kuyper begreep dat hij meer zetels nodig had om invloed uit te oefenen en pleitte daarom voor uitbreiding van het kiesrecht, hetgeen daadwerkelijk geschiedde in 1917.
Partijleiders na Kuyper waren Hendrik Colijn, Jan Schouten, Sieuwert Bruins Slot en Willem Aantjes. In de Tweede Wereldoorlog ging de ARP ondergronds. Veel antirevolutionairen namen deel aan het verzet.
Toen de partij eind jaren veertig geen positie wilde kiezen in een kerkelijk conflict over doop en genadeverbond, de zogenaamde Vrijmaking, volgde een politieke afsplitsing in de vorm van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), waarbij veel vrijgemaakt-gereformeerden zich aansloten.
De ARP had grote moeite met de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië. Toen die kwestie eenmaal was afgehandeld, ging ze zich ontwikkelen in vooruitstrevende richting. Zo bleven ARP ministers en kamerfractie in de nacht van Schmelzer trouw aan het kabinet Cals-Vondeling. Maar vervolgens haalde de Anti-Revolutionaire voorman Jelle Zijlstra als premier van een tussenkabinet de kooltjes voor de KVP uit het vuur.
In 2001 verscheen er onder auspiciën van de Vereniging van Christen-Historici een nieuw standaardwerk over de geschiedenis van de partij: "De Anti-Revolutionaire Partij, 1829-1980", onder redactie van George Harinck, Roel Kuiper en Peter Bak (uitgeverij Verloren, Hilversum).
Inhoud |
[bewerk] Leden
Jaar | Aantal leden | Jaar | Aantal leden |
23 februari 1946 | 86.500 | 31 december 1967 | 90.904 |
1950 | 102.737 | 31 december 1968 | 87.378 |
1955 | 98.028 | 31 december 1969 | 83.127 |
31 december 1956 | 95.038 | 31 december 1970 | 80.695 |
31 december 1957 | 97.186 | 31 december 1971 | 74.118 |
31 december 1958 | 99.340 | 1 januari 1973 | 69.742 |
31 december 1959 | 99.613 | 1 januari 1974 | 65.116 |
31 december 1960 | 97.980 | 1 januari 1975 | 61.761 |
31 december 1961 | 98.544 | 1 januari 1976 | 59.495 |
31 december 1962 | 100.847 | 1 januari 1977 | 57.661 |
31 december 1963 | 98.016 | 1 januari 1978 | 57.642 |
31 december 1964 | 95.796 | 1 januari 1979 | 56.405 |
31 december 1965 | 94.164 | 1 januari 1980 | 54.500 |
31 december 1966 | 93.398 |
Bron: ARP - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)
[bewerk] Christen-Democratisch Appèl
In 1967 was de ARP samen met de Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Katholieke Volkspartij (KVP) in gesprek over het begrip `christelijke politiek´. De respectieve fractieleiders Biesheuvel, Mellema en Schmelzer kwamen op televisie het motto `samen uit, samen thuis´ toelichten. Onder leiding van Piet Steenkamp richtten de drie partijen in 1973 het Christen-Democratisch Appèl (CDA) op. In 1980 werden ARP, CHU en KVP opgeheven.
[bewerk] Referenties
- ↑ `Anti-revolutionair´ werd tot 1995 met een liggend streepje geschreven. De huidige spelling (Wdl.Ned.taal 1995/2005) heeft nu antirevolutionair; Regel:. Omwille van historische duidelijkheid is enkel bij de voluit geschreven naam van de ARP gekozen voor de oude spelling en mèt hoofdletter R).