Apeiron
Van Wikipedia
Apeiron (Grieks: απειρον) is een wijsgerige term uit de presocratische filosofie. De term werd voor het eerst gebruikt door Anaximander van Milete (Anaximandros, ca. 610-546 v. Chr.) als zíjn aanduiding van de archè, het oerelement vanwaaruit alles geschiedt.
Apeiron betekent "het onbepaalde". Voor Anaximander was apeiron het oneindige, het allesomvattende waarbinnen onststaan en vergaan geschiedt vanuit een grenzeloos tijdsgebeuren ("ex apeirou aiônos").
Een van de weinige, moeilijk interpreteerbare fragmenten die van Anaximander zijn overgeleverd, gaat juist over dit begrip.
In de beroemde vertaling van Diels (Die Fragmente der Vorsokratiker, Berlin 1903, I, p.15):
Een modernere Nederlandse vertaling luidt:
(Luciano de Crescenzo, Geschiedenis van de Griekse filosofie, I, p.38; Amsterdam 1986)
Overigens kennen we ook dit fragment, zoals die van vrijwel alle presocraten, enkel uit een latere overlevering. In dit geval bijna duizend jaar later via Simplicius, die het citeerde in zijn Commentaria in Aristotelem graeca, XXIV 13.
Het is Friedrich Nietzsche geweest die dit fragment weer aan eeuwenlange vergetelheid (-kleine uitzondering Hegel-) ontrukte in de voordracht Die vorplatonische Philosophen mit Interpretation ausgewählter Fragmente aan de universiteit van Basel in 1870.