Apriës
Van Wikipedia
Apriës |
|||||||||||||||||
Farao van de 26e Dynastie | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Apriës in hiërogliefen | |||||||||||||||||
serekh of Horusnaam | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Nebtynaam | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Gouden Horusnaam | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
praenomen of troonnaam | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
nomen of geboortenaam | |||||||||||||||||
|
Apries (Απριης, Herodotus, II 161.), Wahibre (Ουαφρης, Diodorus, I 68.), Waphres (Manetho), de Bijbelse Hophra (Hebreeuws, Jeremiah 44:30), was een Egyptisch farao die van 589 v. Chr. tot 570 v. Chr. regeerde. Hij was de vierde heerser van de 26e dynastie, de zogenaamde Saïtische dynastie.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Zodra Apriës de macht van zijn vader Psammetichus II had overgenomen, begon hij een agressieve buitenlandse politiek te voeren, waarmee hij zich scherp afzetten tegen het beleid van zijn voorganger. Daarbij concentreerde hij zich hoofdzakelijk op de uitbreiding van het Egyptische machtsbereik aan de noordoostlijke landgrenzen. Om deze doel te berijken, begint hij met weinig succesrijke militaire operaties in Fenicië-Palestina waarbij hij met een Fenicisch-Cypriotische vloot (respectievelijk van Tyr en Kition) verslaat, maar waarvan de affectieve gevolgen voor de machtsverhoudingen moeilijk in te schatten zijn (heeft hij Cyprus veroverd of niet?).
De eerste van deze operaties was een proefneming in 588 v. Chr., om de belegering van Jeruzalem door Nebukadnezar II te beëindigen. Deze slaat dit voornemen de bodem in, door zijn troepen terug te trekken en een jaar later de belegering voort te zetten. De daarop volgende verovering door zijn troepen bracht de ondergang van het Koninkrijk Juda met zich mee en de wegvoering van een groot aantal van haar inwoners in Babylonische gevangenschap. Welke rol Apriës bij deze gebeurtenis heeft gespeeld en waarom hij zijn troepen heeft teruggetrokken, is tot op de dag van vandaag in de nevelen van de geschiedenis gehuld gebleven.
Een andere mogelijk door Apriës begonnen operatie was de belegering van Tyrus door de Egyptische vloot. Het verslag van Herodotos over deze zeeslag is echter in tegenspraak met de andere bronnen, waardoor dit beleg misschien nooit heeft plaatsgehad.
In 576 v. Chr. slaat het garnizoen in Elephantine aan het muiten. De soldaten, die van plan waren naar Ethiopië te trekken, konden echter op het laatste moment noch door hun commandant Neshor door onderhandeling tot inkeer worden gebracht.
Niettegenstaande de militaire veldslagen, die Apriës leed, laat hij de Egyptische tempel van de Saïten in Memphis uitbreiden, en schenkt hij ook landerijen, dienaren en vee uit de erfernis van zijn vader Psammetichus II aan de priesters van de daar gelegen tempel van de godheid Ptah. Aldus liet hij een indruk van welstand na op latere generaties.
In het laatste jaar van zijn regering zag Apries zich met een opstand van het gezamenlijke Oud-Egyptische leger, met uitzondering van de Griekse huurlingen geconfronteerd, die hij door een strategische inschattingsfout, namelijk een veldtocht tegen de polis Cyrene in 571 v. Chr., zelf had veroorzaakt.
De krijgstocht naar Cyrene eindigde met een zware nederlaag van de Egyptische troepen. De overlevenden verdachten Apriës ervan hen te heben verraden. De konig beval de veldheer Amasis, de opstand, die een openlijk uitbreken van vijandlijkheden onder de Egyptische troepen (Griekse huurlingen tegen inheemse soldaten (Grieks: Machimoi)) betekende, te beëindigen.
Daar de rebellen echter inheemse soldaten en dus het grootste deel van het Egyptische leger uitmaakten, geeft Amasis zich aan hen over en laat zichzelf tot farao uitroepen. Daardoor stonden nu nog slechts de Griekse huurlingen onder het bevel van Apriës. In de slag bij Momemphis werd Apriës' huurlingenleger verschlagen. Apriës rest bij gebrek aan andere soldaten geen andere mogelikkheid, dan in 569 v. Chr. uit de Nijldelta te vluchten.
In 567 v. Chr. trok Apriës met een nieuw leger uit Opper-Egypte in de richting van de Nijldelta om Amasis te bekampen en de Egyptische troon te heroveren. Apriës leed echter een nederlaag en werd door Amasis gevangen genomen. Deze leverde hem over aan de algemene volkswoede, waarbij Apriës werd neergeslaan. Daarop werd Apriës met alle eerbewijzen in de hoofdstad Saïs bijgezet.
[bewerk] Monumenten
Als groot bouwheer schrijft men hem, naast de obelisken opgericht voor de tempel van Neith in Saïs, een paleis in het grote noordelijke stadsgebied van Memphis. De zuilen, die nog deels uitsteken op de site, dragen nog steeds zijn titulatuur. Hij is ook actief geweest in Heliopolis en men herkent hem in talrijke voorstellingen in verschillende groottes waaronder een colossale sfinx, opgevist uit het meer van Qait Bay in Alexandrië, die zich in het Louvre bevindt. Een obelisk van Apriës kan men bewonderen op het Minerva plein te Rome, net achter het Pantheon gelegen.
[bewerk] Antieke bronnen
- Diodoros van Sicilië, Bibliotheca Historia
- Herodotos, Historiën II 161-171.
- Manetho
- Oude testament
[bewerk] Bibliografie
- D.A. Pressl, Beamte und Soldaten: Die Verwaltung in der 26. Dynastie in Ägypten (664-525 v. Chr.), Frankfurt am Main, 1998. ISBN 363132586X
- F.K. Kienitz, Die politische Geschichte Ägyptens vom 7. bis zum 4. Jahrhundert vor der Zeitwende, Berlijn, 1953.
- A.H. Gardiner, Geschichte des Alten Ägypten, München, 1993. ISBN 389350723X
- E. Meyer, Geschichte des Altertums. Dritter Band: Der Ausgang der altorientalischen Geschichte und der Aufstieg des Abendlandes bis zu den Perserkriegen, Darmstadt, 19755.
- T. Schneider, Lexikon der Pharaonen: die altägyptischen Könige von der Frühzeit bis zur Römerherrschaft, Zürich, 1994. ISBN 3760811027
- P.A. Clayton, Chronique des Pharaons, Parijs, 1995. ISBN 2203233044
- M. Rice, art. Apries, in M. Rice, Who's Who in Ancient Egypt, Londen - New York, 1999, p. 28. ISBN 0415154480
- D.J. Silverman (ed.), Ancient Egypt, Caïro, 1999. ISBN 0195212703
- B.G. Trigger - B.J. Kemp - D. O'Connor - A.B. Lloyd, Ancient Egypt: A Social History, Cambridge, 1983, pp. 281, 285, 288 292, 298, 302, 315, 339-340, 343-344. ISBN 0521284279
- P. Vernus - J. Yoyotte, Dictionnaire des Pharaons, Parijs, 1996. ISBN 2911606086