Arjan Erkel
Van Wikipedia
Arjan Erkel (geboren 9 maart 1970) is een Nederlandse oud-medewerker van Artsen zonder Grenzen. Hij groeide op in Rotterdam.
Inhoud |
[bewerk] Gijzeling
Erkel werd op 12 augustus 2002 door drie gewapende mannen ontvoerd in Machatsjkala, de hoofdstad van de Russische deelrepubliek Dagestan, waar hij sinds april 2002 werkte voor de Zwitserse missie in Dagestan. Hij hield zich daar bezig met de opvang van vluchtelingen uit Tsjetsjenië, dat aan Dagestan grenst. Volgens Artsen zonder Grenzen werd Erkel geschaduwd door agenten van de Russische geheime dienst. Er waren ook twee agenten van deze dienst in de buurt van de plek waar Arjan Erkel werd ontvoerd.
In hetzelfde jaar werden ook drie andere hulpverleners in deze regio ontvoerd. Vlak voor de ontvoering van Arjan Erkel werd Nina Davydovitsj op 23 juli 2002 ontvoerd. Zij was hoofd van de non-gouvernementele Russische organisatie Droezjba. Zij werd na 168 dagen vrijgelaten. Twee medewerkers van het Rode Kruis werden na enkele dagen vrijgelaten.
Tijdens de gevangenschap deden de Russische autoriteiten volgens Artsen zonder Grenzen erg weinig om Arjan Erkel te bevrijden, terwijl de organisatie wel berichten ontving dat Erkel nog leefde. Deze mededelingen kwamen van de Russische minister Ivanov. Eind juli 2003 ontving Artsen zonder Grenzen een foto. Er is vanuit verschillende kanten veel diplomatieke druk uitgeoefend op de Russische regering om het onderzoek voortvarend aan te pakken. Zo nam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in augustus 2003 unaniem een resolutie aan over de bescherming van humanitaire hulpverleners. In deze resolutie 1502 wordt de verantwoordelijkheid benadrukt die een gastland heeft voor de veiligheid van hulpverleners die in het land werken.
Gedurende deze periode was er geen enkele informatie over de verblijfplaats van Erkel, het motief voor de ontvoering of wie voor de ontvoering verantwoordelijk was.
Op 9 maart 2004 riep de familie van Arjan Erkel op tot stilte omdat, naar verwacht werd, publiciteit de risico's zou vergroten. De Franse directeur van Artsen zonder Grenzen, Jean-Hervé Bradol, doorbrak deze stilte en meldde dat Erkel ontvoerd zou zijn door een Dagestaanse parlementariër die bescherming zou genieten van een lid van de Doema in Moskou.
De Washington Post publiceerde medio maart een artikel waarin werd gesteld dat de zojuist herkozen president Vladimir Poetin in staat zou zijn Arjan Erkel te bevrijden. Dat zou ook de geloofwaardigheid van de zichzelf democratisch noemende president in het westen vergroten.
Op Eerste paasdag, 11 april 2004, werd Arjan na 607 dagen gevangenschap vrijgelaten, door tussenkomst van een vereniging van KGB-veteranen.
[bewerk] Nasleep losgeld
Naar eind mei 2004 bekend werd, heeft het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken één miljoen euro losgeld voor Arjan Erkel betaald (770.000 euro door Buitenlandse Zaken en 230.000 euro door AzG Zwitserland). Dit geld was voorgeschoten omdat Artsen zonder Grenzen het geld niet zo snel voorhanden had. De hulporganisatie zou hebben beloofd dit geld later terug te betalen. Dit werd later echter ontkend door Artsen zonder Grenzen. Hierop trad de directeur van de Zwitserse tak, Thomas Linde, af. Het betalen van losgeld voor gijzelaars wordt internationaal als onwenselijk beschouwd, omdat dit terrorisme zou belonen. Op 15 maart 2007 werd door een Zwitserse rechtbank bepaald dat Artsen zonder Grenzen het geld niet aan de Nederlandse staat hoeft terug te betalen en dat de organisatie eenvijfde van het door haar betaalde bedrag van Nederland zou terugkrijgen.
[bewerk] Latere activiteiten
Arjan Erkel heeft op 7 juni 2005 een boek uitgebracht onder de titel "Ontvoerd: 607 dagen tussen leven en dood" waarin hij zijn belevenissen beschrijft. De voormalig Artsen zonder Grenzen-medewerker bood het boek in Den Haag aan, aan minister Bot van Buitenlandse Zaken, mede omdat BuZa het losgeld voorschoot. In het boek staat gedetailleerd beschreven hoe Arjan de ontvoering, het gevangenschap en de uiteindelijke thuiskomst heeft beleefd. Een ander boek over deze ontvoering, dat meer het steekspel rondom de ontvoering beschrijft, is getiteld "Gijzelaar van de Kaukasus" van de hand van de NRC-journalist Coen van Zwol. Van Zwol schrijft goed gedocumenteerd en gedetailleerd over de situatie in Dagestan, het diplomatieke steekspel en de verschillende betrokkenen bij de ontvoering. In eerste instantie zouden Erkel en van Zwol samen één boek schrijven maar toen bleek dat de ideeën daarover te ver uiteen liepen, hebben ze los van elkaar een boek uitgebracht.
Op 2 september 2005 werd bekend dat Arjan Erkel zich kandidaat wil stellen voor de Rotterdamse gemeenteraad (CDA). Eerder dat jaar werd hij tweede achter judoka Dennis van der Geest in de strijd om het ambassadeurschap van Feyenoord.