Biddag en Dankdag voor Gewas en Arbeid
Van Wikipedia
Biddag en Dankdag voor Gewas en Arbeid zijn twee gedenkdagen in het protestantisme in Nederland waarin er speciaal gebeden (in het voorjaar) en gedankt (in het najaar) wordt voor de oogst en het werk.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Het gebruik om in moeilijke tijden een aparte bededag te houden, zou ontstaan zijn in de Middeleeuwen. Er waren toen vaste bededagen[1]. Daarbij ging het vooral om omstandigheden op seculier terrein: oorlog, honger en rampen. Na de reformatie in de 15de eeuw, toen grote delen van Nederland het katholicisme voor het protestantisme verruilden, werd het houden van bededagen door de reformatorische kerken overgenomen. In 1578 werd er door de Synode van Dordrecht bepaald dat er tijdens oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden[2]. Wanneer er vervolgens een bid- of dankdag nodig was, werd dit door de landelijke of provinciale overheden uitgeschreven. Een vaste dag om te danken werd in 1653 in de provincie Overijssel vastgesteld. Toen de industrialisatie toenam, is de viering veranderd in dankdag voor gewas én arbeid. Tegenover de dankdag werd later ook een vaste dag om te bidden ingesteld, en wel op de tweede woensdag van maart. Deze dag wordt biddag voor gewas en arbeid genoemd. Dankdag wordt gehouden op de eerste woensdag van november.
Binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken staat in artikel 66 van de kerkorde dat de classis aangewezen is om „in tijden van oorlog, epidemieën, vervolging van de kerk en andere algemene rampen” een speciale biddag of gebedssamenkomst uit te schrijven[3].
[bewerk] Tegenwoordig
Anno 2006 worden zowel dankdag als biddag nog aangehouden door orthodox-gereformeerde kerken. Een groot deel van deze kerken houdt 's avonds een kerkdienst, waarin ten opzichte van een doorsnee 's zondagse kerkdienst een groot deel van de tijd aan gebed wordt besteed. In de meeste plaatsen is er ook 's morgens dan wel 's middags een dienst, waarbij de kinderen van de basisschool aanwezig zijn. Doordat de agrarische sector geen groot stempel meer op de Nederlandse maatschappij drukt, ligt de nadruk in de gebedsdiensten niet sterk meer bij "gewas en arbeid", maar wordt er in het gebed aandacht besteed aan het leven in de eigen gemeente, aan de economie, actualiteiten en de wereld in het algemeen. Toch zijn in plaatsen als Urk, Staphorst, Opheusden en Ouddorp veel winkels de hele dag gesloten. De Urker vissersvloot blijft voor biddag een hele week thuis.
Onder het motto "bid én werk" is het bij een aantal kerkgemeenten gebruikelijk om op dankdag allerlei goede (gedragen) kleding, dekens en speelgoed in te zamelen voor landen in Oost-Europa zoals Roemenië, Wit-Rusland of de Oekraïne. Daarnaast is een financiële bijdrage ook noodzakelijk om het transport van de ingezamelde goederen, dat vaak in eigen beheer wordt gedaan, te kunnen verzorgen.
De status van "vrije dag" hebben bid- en dankdag vrijwel overal in Nederland verloren. Wel zijn er nog enkele christelijke middelbare scholen die op de donderdag na bid- of dankdag geen huiswerk opgeven, zodat de kinderen die waarde aan beide dagen hechten, daar op school geen hinder van ondervinden. Op verzoek van de SGP werden de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 op dinsdag 7 maart gehouden in plaats van de oorspronkelijk daarvoor bestemde woensdag 8 maart, om niet met biddag te conflicteren. In kerkelijke gebouwen zitten soms ook stembureaus en dat zou elkaar in de weg kunnen zitten.
[bewerk] Buiten protestants Nederland
Een soortgelijk evenement als bij de protestanten wordt in de Rooms-Katholieke Kerk de "kruis– en quatertemperdagen" genoemd. Dit gebruik stamt uit de vijfde eeuw, maar is in Nederland grotendeels van de liturgische kalender verdwenen. Voor zover bekend worden deze dagen in ieder geval wél in Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg aangehouden. In 2005 werd door de Nederlandse rooms-Katholieke bisschoppen besloten om deze dagen weer op de liturgische kalender te zetten, om aan te laten sluiten bij de protestantse bid- en dankdagen.
Bid- en dankdagen voor protestanten zijn in de rest van de wereld niet overal even gangbaar. Duitsland kende in de 20ste eeuw nog een officiële "Buß- und Bettag" (boete- en gebedsdag). Op deze dag, die jaarlijks in november gehouden werd, was heel Duitsland vrij. De dag was ooit door de protestantse Duitse rijkskanselier Bismarck ingesteld, omdat hij het belangrijk vond dat ook de protestanten een eigen gebedsdag hadden. In 1995 werd de dag echter officieel afgeschaft. In sommige Evangelische Kerken wordt er echter nog wel aandacht aan deze gebedsdag besteed. Zowel de Anglicaanse Kerk in Engeland, de Verenigde Protestantse Kerk in België, de Fédération protestante de France als de Zweedse nationale kerk gaven in 2005 te kennen geen speciale landelijke gebedsdag te kennen, hoewel er in bijzondere gevallen zoals nationale rampen wel gebedsdagen worden uitgeroepen. In Zuid-Afrika bestaat er in ieder geval wél een speciale dankdag, en in Amerika kent men de zogeheten Thanksgiving Day.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Voetnoten
- ^ Mogelijk wortelden deze dagen zelfs in traditionele joodse oogstfeesten, zoals het Loofhuttenfeest.
- ^ Het in de bronnen vermelde artikel uit "De Gelderlander" spreekt over 1578 zonder de synode te noemen, terwijl het "Reformatorisch Dagblad" over de synode spreekt zonder een jaartal te noemen. De kans bestaat dus dat het jaartal en de synode ten onrechte met elkaar in verband zijn gebracht.
- ^ Bron: Weinig animo voor gebedsdag, artikel uit het Reformatorisch Dagblad van 18-02-2003
[bewerk] Externe link
Bronnen en referenties: |
|
{{{afb_links}}} | Protestantisme (Portaal) | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Geloofsrichtingen: Anabaptisme - Anglicanisme - Baptisme - Calvinisme - Doopsgezinden - Episcopalisme - Evangelischen - Gereformeerden - Genootschap der Vrienden (Quakers) - Lutheranisme - Methodisme - Pinksterbeweging - Presbyterianisme - Vergadering der gelovigen - Vrijzinnig protestantisme - Zevendedagsadventisten |