Boerenkool (groente)
Van Wikipedia
Boerenkool | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Brassica oleracea var. laciniata |
|||||||||||||||||||
![]() Boerenkool begin bloei |
|||||||||||||||||||
![]() Bloemen van Boerenkool |
|||||||||||||||||||
![]() Witte vlieg op boerenkool Volwassen exemplaren, larven en poppen |
|||||||||||||||||||
![]() rups van Groot Koolwitje |
|||||||||||||||||||
![]() hauw |
Boerenkool (Brassica oleracea var. laciniata) is een makkelijk gewas dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en een typische wintergroente is. Er is een herfst- en een winterteelt.
Bij boerenkool kan onderscheid gemaakt worden in twee typen:
- struikboerenkool
- maai- of dwergboerenkool
Struikboerenkool vormt een vrij lange stengel en wordt van begin september tot februari geoogst voor de verse consumptie. In maart gaan de planten doorschieten en ze komen daarna in bloei. Voor de herfstteelt wordt er begin mei tot begin juni gezaaid en van half juni tot half juli uitgeplant. Voor de winterteelt wordt er begin juni tot begin juli gezaaid en van half juli tot begin augustus uitgeplant op 65 x 50 cm.
Dwergboerenkool wordt voor de industrie geteeld en geoogst van half september tot begin november, omdat deze boerenkool niet tegen vorst kan. Dwergboerenkool mag geen lange stengel maken, omdat de boerenkool afgemaaid wordt. Ook moeten de bladeren dunne stelen en een dunne middennerf hebben. Daarom worden hier rassen gebruikt die min of meer een rozet vormen. Bij dwergboerenkool is er alleen een herfstteelt. Er wordt ter plaatse van half juni tot eind juli gezaaid met een rijafstand van 25 cm.
Inhoud |
[bewerk] Rassen
Van oudsher zijn er de struikboerenkoolrassen 'Westlandse herfst', 'Westlandse winter' en 'Westlandse Halfhoge Fijngekrulde'. 'Westlandse herfst' heeft fijner gekruld blad dan 'Westlandse Winter', maar kan niet tegen vorst. Daarnaast zijn er hybriderassen beschikbaar gekomen.
[bewerk] Ziekten en aantastingen
Boerenkool kan niet alleen aangetast worden door rupsen van o.a. het Groot koolwitje en het Klein koolwitje, maar ook door de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en soms zelfs ook door witte vlieg. Verder kan bladvergeling optreden door aantasting van de schimmel valse meeldauw (Peronospora parasitica). Ook kan boerenkool aangetast worden door de bacterievlekkenziekte (Pseudomonas maculicola).
Bij langdurige sneeuw kunnen houtduiven veel schade veroorzaken, doordat ze de kop uit de plant vreten en de planten met uitwerpselen besmeuren.
Zie ook: Biologische zaaitabel
[bewerk] Voedingsstoffen
Per 100 gram vers gewicht bevat boerenkool gemiddeld:
- 167 kJ
- 4 g koolhydraten
- 4 g eiwit
- 0,9 g vet
- 200 mg Calcium
- 1 mg IJzer
- 5,3 mg caroteen
- 100 mg C
- 0,20 mg B2
- 0,02 mg B1
[bewerk] Stamppot
Het is een groente die in Nederland alleen in stamppotten wordt gebruikt. Deze stamppot boerenkool wordt dan ook wel aangeduid met enkel het woord boerenkool.
![]() |
Rups van Klein koolwitje |
Koolmot Plutella xylostella op boerenkool |
Kooluil Mamestra brassicae op boerenkool |
|
![]() |
Wikibooks heeft een artikel in het kookboek over dit onderwerp: Boerenkool |