Brandslang
Van Wikipedia
Een brandslang is een slang die gebruikt wordt voor het transporteren van water ten behoeve van brandbestrijding. In veel gebouwen als scholen, kantoren en bedrijven zijn brandslanghaspels verplicht aanwezig. Brandslanghaspels zijn alleen geschikt voor brandklasse A (vaste stoffen). Zie ook het artikel over de brandblusser.
Inhoud |
[bewerk] Brandweerslangen
De brandweer gebruikt grotere, losse, slangen om water te transporteren. Deze slangen zijn gemaakt van canvas of kunststof en zijn voorzien van een halve Storz-koppeling aan elk uiteinde. De slangen hebben doorgaans diameters van 37, 48, 52, 75 of 150 mm en een lengte van 20 meter. De koppelingen zijn gestandaardiseerd.
[bewerk] Brandhaspel
[bewerk] Uitvoering
De brandslang op een haspel bestaat uit een slang met een relatief dikke wand van rubber, kunststof met vaak vezelachtige materialen voor versteviging. De slang is op een haspel gerold en is permanent aangesloten op het waterleidingnet. De diameter van de slang is afhankelijk van de lengte en bedraagt doorgaans 25 mm of minder. De haspel is meestal vast aan de muur gemonteerd maar kan ook naar buiten scharnieren.
De spuitmond heeft een kraan die drie standen kent: Kraan dicht, kraan op gebonden straal en kraan op sproeistraal. Dit laatste is vooral handig om een groter gebied rond de beginbrand te koelen. Tevens werkt de sproeistand als een hitteschild en kunnen vlammen gemakkelijker worden gedoofd.
[bewerk] Gebruik
Naast de vele brandblussers die in gebouwen aanwezig zijn is de brandslang een goede aanvulling hierop. In gevallen waar met water geblust kan worden, wordt veel tijdwinst behaald, voordat de brandweer aanwezig is. Het blussen met water kan echter waterschade veroorzaken, het is daarom zaak het juiste blusmiddel te kiezen
[bewerk] Controle
Alle brandslangen moeten elk jaar gecontroleerd worden om te onderzoeken of ze nog voldoende functioneren. Tegenwoordig worden de hoofdkranen van de brandslanghaspels verzegeld. Dit om te voorkomen dat de brandslang voor oneigenlijke doeleinden wordt gebruikt en om te voorkomen dat er een legionellabesmetting kan plaatsvinden. Het is namelijk gebleken dat bij bepaalde temperaturen de legionellabacterie kan voorkomen in het stilstaande water in de slang. Brandslanghaspels worden daarom regelmatig na hercontrole gespoeld om deze besmetting te voorkomen.
[bewerk] Wanneer geen brandslang gebruiken
Gebruik NOOIT de brandslang bij onderstaande omstandigheden:
- Bij een benzinebrand (gebruik liever een draagbaar blusmiddel. Zie brandblusser)
- Bij onder spanning staande apparaten (Gebruik hier een SPROEIschuimblusser of een Co2 blusser)
- Op plaatsen waar veel nevenschade kan ontstaan (denk aan parket, houten wanden of kostbaar antiek)
- Bij bepaald soort branden, zoals magnesiumbranden en frituurbranden. (gebruik hier een D-blusser en bij frituurbranden een F-blusser. In het geval van een frituurbrand is een blusdeken of Co2 blusser ook mogelijk Zie brandblusser)
[bewerk] Procedure voor gebruik
- Alarmeer eerst de brandweer voordat u blussen gaat. U weet immers niet of de bluspoging zal slagen. Er moet immers zo snel mogelijk brandweer met blusstof voor het pand komen.
- Ontruim het gebouw zo snel mogelijk van personeel of bewoners.
- Tracht nu als laatste te blussen. Gaat dit niet, verlaat dan het gebouw zelf ook.
Is blussing nog wel mogelijk handel dan met de brandslang als volgt:
- 1. Draai eerst de hoofdkraan geheel open, de slang komt nu onder druk te staan. Controleer voor het benaderen van de brand of de leiding inderdaad onder druk staat door de kraan op de spuitmond iets te openen, zorg dat er zo min mogelijk schade aangericht wordt.
- 2. Rol nu de slang geheel uit richting brand (doe dat niet alleen maar met z'n tweeën).
- 3. Zet op Sproeistraal de kraan van de spuitmond open.
- 4. Blus de brand.
Na afloop de spuitmondkraan dichtdraaien en daarna de hoofdkraan sluiten. Vervolgens de slang (onder druk) weer ophaspelen. Daarna de slang drukloos maken door (op een nette plaats) de straalpijp te openen en daarna weer te sluiten. Er moet wel altijd een beetje water in de slang blijven zitten om uitdroging - en dus barsten in de slang - te voorkomen. Hierna het geheel weer gebruiksklaar maken. Ook wordt zo voorkomen, dat de slang, die wat uitzet als er druk op komt, vast in de haspel komt te zitten en alleen met veel moeite afgehaspeld kan worden.
[bewerk] Waarschuwing
Let op: Het benaderen van een brand of het betreden van een ruimte die gevuld is met rook is levensgevaarlijk en kan in een kwestie van seconden dodelijk zijn. Neem geen onnodige risico's en wacht indien nodig (en mogelijk) de komst van de brandweer af.