Conclaaf van oktober 1978
Van Wikipedia
Het Conclaaf van oktober 1978 volgde op de plotselinge dood van Paus Johannes Paulus I, die amper een maand na zijn verkiezing onverwacht was overleden. Dit conclaaf volgde dus zes weken na het Conclaaf van augustus 1978.
In de Sixtijnse kapel kwamen de 111 kiesgerechtigde kardinalen bijeen. Vooraf werd rekening gehouden met twee grote kanshebbers: Giuseppe kardinaal Siri, de conservatieve aartsbisschop van Genua, die ook al in 1958, 1963 en bij het eerdere conclaaf van 1978 als papabile had gegolden, en de aartsbisschop van Florence: Giovanni kardinaal Benelli, een persoonlijke vriend van Johannes Paulus I.
Naar verluidt gingen beide kandidaten lange tijd gelijk op, zonder dat een van beide evenwel de vereiste tweederde meerderheid wist te verwerven. Het schijnt dat de invloedrijke aartsbisschop van Wenen, Franz kardinaal König uiteindelijk het voorstel heeft gedaan om, bij wijze van compromis, Karol Wojtyla, de aartsbisschop van Kraków te kiezen.
KIESKARDINALEN | 111 |
---|---|
Afwezig | 0 |
Aanwezig | 111 |
Afrika | 12 |
Latijns Amerika | 19 |
Noord Amerika | 12 |
Azië | 9 |
Europa | 55 |
Oceanië | 4 |
Midden-Oosten | 0 |
Italië | 25 |