Cope (perceel)
Van Wikipedia
Een cope is een overeenkomst of een contract om een gebied (perceel) te mogen ontginnen. In deze cope werden de wederzijdse rechten en plichten tussen de ontginners onderling en/of tussen de ontginners, en in Utrecht met de bisschop van Utrecht, geregeld. Het onontgonnen gebied werd volgens een vaste maatvoering door de grondeigenaren uitgegeven, waarna deze gronden door een zogenaamde coper in kavels werden verdeeld onder kolonisten die de gebieden vervolgens ontgonnen.
De maatvoering van een kavel bedroeg 1250 meter in lengte en 113 meter in breedte. Dit werd een hoevemaat genoemd. Het aantal hoeven verschilde per perceel. De ontginners groeven parallele sloten om het water af te voeren. Langs de achterzijde werd een dwarssloot of dwarsdijkje aangelegd om te voorkomen dat water van het, hoger liggende, onontgonnen veengebied op het land voor problemen zou zorgen. Tevens werden er rondom de percelen vaak dijken opgeworpen om het water uit de omringende gebieden te weren. Op de kop van een kavel werden de hoeven geplaatst. De achterste dijk wordt ook wel de achterkade genoemd. De indeling van het perceel was sterk afhankelijk van het gebruik van het land en verschilt per regio.
De cope-ontginningen bevinden zich in zuidwest Utrecht en stammen uit de 12e en 13e eeuw.
[bewerk] Lijst van copes
- Benschop
- Boskoop
- Cattenbroek
- Gerverscop
- Heeswijk
- Heicop
- Kockengen
- Papekop
- Reijerskop
- Teckop
- Willeskop