Déodat de Séverac
Van Wikipedia
Marie Joseph Alexandre Déodat de Séverac (Saint-Félix-Lauragais, 20 juli 1872 - Céret, 24 maart 1921) was een Frans componist. Hij schreef twee opera's en werken voor onder andere piano, koor en orgel. De Séverac was een tijdgenoot van Debussy en Ravel, maar zijn stijl herinnert ook aan die van Chabrier, Moessorgski en Bizet.
De Séverac werd geboren in een aristocratische familie. Hij werd opgeleid te Toulouse en aan de Schola Cantorum in Parijs. Hij studeerde daar compositie, orgel, koordirectie en piano. Een van zijn docenten was Vincent d'Indy. De Séverac werd in Parijs assistent van Isaac Albéniz. In zijn studietijd was De Séverac bevriend met beeldend kunstenaars als Picasso, Braque, Maillol en Redon. Sommige van hen verhuisden later tijdelijk naar Céret in Zuid-Frankrijk, waar De Séverac woonde.
De Séverac had een grote interesse in de volksmuziek van Zuid-Europese volkeren en gebruikte teksten in het Provençaals en het Catalaans in zijn composities. Ook probeerde hij het landelijke leven van het zuiden te verbeelden in zijn werken.
[bewerk] Werken
- Le Chant de la terre voor piano (1900)
- En Languedoc voor piano (1904)
- Cerdaña voor piano (1904-1911)
- Baigneuses au soleil voor piano (1908)
- Le coeur du moulin (opera, 1909)
- Héliogabale (opera, 1910)
- Tantum ergo voor koor (1920)