DeSingel
Van Wikipedia
Het internationale kunstencentrum DeSingel aan de Desguinlei in Antwerpen is een Vlaams cultureel centrum met een veelzijdig aanbod.
Inhoud |
[bewerk] Historiek
Het concept van een integratie van muziek(opleiding) en theater, aangevuld met beeldende kunsten dateert al van Peter Benoit, maar kreeg pas een definitieve locatie bij de heraanleg van de Antwerpse ring, met binnensingel. De opening van het gebouw was op 4 november 1980, in aanwezigheid van het vorstenpaar. (Boudewijn en Fabiola). De vormgeving was van architect Léon Stynen (1899-1990).
[bewerk] Aanbod
Het cultureel centrum deSingel is een open huis voor hedendaagse en internationale kunst, en biedt onderdak aan vier kunstdisciplines: architectuur, dans, muziek en theater. Het accent ligt op hedendaagse kunst, zowel voor codedoorbrekende producties als voor hedendaagse interpretaties van klassieke werken uit het repertoire. Het is de thuisbasis van o.m. Jan Fabre en Troubleyn, Philippe Herreweghe en Collegium Vocale, de Beethoven Academie.
[bewerk] Opleiding
Daarnaast biedt deSingel onderdak aan het Conservatorium van Antwerpen en de Posthogeschool voor Podiumkunsten, met de studierichtingen theatervormgeving en APT (Arts, Performance, Theatricality). Ook Vlaams Architectuurinstituut, het steunpunt voor architectuur in Vlaanderen, en Radio 2 Antwerpen vinden er onderdak. Ook Klara is er geregeld present voor opnames.
[bewerk] Infrastructuur
DeSingel beschikt over twee grote, goed uitgeruste podia. De Blauwe Zaal biedt als concertzaal plaats aan 1.000 muziekliefhebbers. De Rode Zaal voor dans en theater heeft een capaciteit van 800 plaatsen. Kleinschalige voorstellingen vinden plaats in de Kleine Zaal met 92 plaatsen.
De wandelgangen en verbindingsruimten zijn opzettelijk breed gehouden, en kunnen dus ook tentoonstellingsruimte zijn. De oorspronkelijke architectuur wordt vanaf 2007 uitgebreid naar een ontwerp van architect Stéphane Beel. Daarin zullen nieuwe facilitaire ruimtes (theaterwerkplaats, dansstudio, repetitieruimte voor muziekensembles) een onderdak vinden, naast een middelgrote zaal van 300 plaatsen, een volwaardige tentoonstellingsruimte van 400 m2.