Dinocap
Van Wikipedia
dinocap | |
---|---|
{{{Afb1Omschr}}} |
|
|
|
Molecuulformule | C18H24N2O6 |
Smiles | |
IUPAC | 2,6-dinitro-4 octylfenylcrotonaten en 2,4-dinitro-6 octylfenylcrotonaten, waarbij "octyl" een mengsel is van 1 methylheptyl-, 1 ethylhexyl- en 1 propylpentylgroepen |
Andere namen | {{{AndereNamen}}} |
CAS-nummer | 39300-45-3 |
EINECS-nummer | 245-408-0 |
EG-nummer | |
VN-nummer | |
Beschrijving | donkerbruine vloeistof (als zuivere stof) |
Vergelijkbaar met | |
|
|
![]() ![]() T, vergiftig; N, milieugevaarlijk |
|
Carcinogeen | |
Hygroscopisch | |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: 61-20-22-38-43-48/22-50/53 |
Omgang | |
Opslag | |
ADR-klasse | |
MAC-waarde | |
LD50 (ratten) | mg/kg |
LD50 (konijnen) | mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vloeistof |
Kleur | donkerbruin |
Dichtheid | 1,1 g/cm³ |
Molmassa | 364,4 g/mol |
Smeltpunt | °C |
Kookpunt | bij 0,0007 kPa, 138-140 °C |
Vlampunt | °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | °C |
Dampdruk | Pa |
|
|
Oplosbaarheid in water | g/L |
Goed oplosbaar in | |
Slecht oplosbaar in | |
Onoplosbaar in | water |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
dinocap (ISO-benaming) is een bestrijdingsmiddel tegen schimmels (fungicide) en mijten (acaricide).
Dinocap is een mengsel van isomeren van nitrofenolderivaten met de bruto-formule C18H24N2O6.
De IUPAC-naam voor dinocap is 2,6-dinitro-4 octylfenylcrotonaten en 2,4-dinitro-6 octylfenylcrotonaten (respectievelijk dinocap-4 en dinocap-6 genoemd), waarbij "octyl" een mengsel is van 1 methylheptyl-, 1 ethylhexyl- en 1 propylpentylgroepen. De meest actieve component hiervan is (RS)-2,6-dinitro-4-(1-methylheptyl)fenylcrotonaat, die de ISO-naam meptyldinocap heeft gekregen.
Dinocap werd voor het eerst gebruikt in de late jaren 1950. Het wordt aangebracht op het blad ter bestrijding van meeldauw op fruit, groenten en sierteelten. Het wordt (in de Verenigde Staten) echter voornamelijk gebruikt ter bestrijding van mijten op appel- en perenbomen.
Handelsnamen van producten die dinocap bevatten zijn o.a.: Arathane, Caprane, Crotothane, en Karathane
Dinocap is irriterend voor de huid. Herhaaldelijke blootstelling kan de huid gevoelig maken. Het kan worden opgenomen in het lichaam door inademing van de aerosol (bij het sproeien) of door inslikken. Tijdens dierproeven is vastgesteld dat deze stof mogelijk misvormingen veroorzaakt bij pasgeborenen. Daarom is de stof in de Europese Unie ingedeeld als "voor de voortplanting giftige stof, categorie 2". De stof is ook giftig voor waterorganismen en vogels.
[bewerk] Toelatingen / wettelijke status
- In de Verenigde Staten heeft de EPA (Environmental Protection Agency) in 1989 de voorwaarden voor de toelating van dinocap verstrengd nadat gebleken was dat Karathane (een product van Rohm and Haas met dinocap als actieve stof) geboorteafwijkingen veroorzaakte bij konijnen die tijdens de zwangerschap het product oraal kregen toegediend. De verstrengingen hadden o.m. betrekking op de toegelaten dosis en de noodzaak van beschermende kledij en aangepaste uitrusting bij het gebruik van het product.
- Europese Unie: Dinocap was een van de actieve stoffen die door de Europese Commissie in 1992 werden aangewezen om onderzocht te worden met het oog op hun opneming in de lijst van toegelaten stoffen (de bijlage I bij de Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen). Dit onderzoek naar de mogelijke effecten van dinocap op mens en milieu werd uitgevoerd met Oostenrijk als rapporterend land. Op basis hiervan is dinocap, onder strikte voorwaarden gelet op het gevaarlijke karakter van de stof, toegelaten vanaf 1 januari 2007 (Richtlijn 2006/136/EG van 11 december 2006, Publicatieblad Nr. L 349 van 12/12/2006 blz. 42-46). Deze richtlijn stelt dat dinocap alleen mag worden gebruikt als fungicide bij de teelt van wijndruiven. De maximale dosis is 0,21 kg werkzame stof per hectare per toediening. Het sproeien vanuit de lucht, de toediening met behulp van druk- en rugspuiten door particuliere gebruikers, en het gebruik door hobbytelers is niet toegelaten. Daarnaast moeten maatregelen genomen worden om te vermijden dat de stof in het oppervlaktewater terecht komt of in contact komt met vogels of zoogdieren. Blootstelling van de gebruikers aan de stof moet vermeden worden door bv. geschikte beschermende kledij te dragen. Bovendien moeten de houders van een toelating elk jaar verslag uitbrengen over gezondheidsproblemen bij gebruikers van dinocap.