Flamenpolitik
Van Wikipedia
Flamenpolitik (Duits: Vlamingenbeleid) is het begrip dat het beleid aanduidt dat de Duitsers in België voerde tijdens de bezetting van België in de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het doel was het Vlaamse deel van de bevolking te overtuigen zich aan de de zijde van de Duitsers te scharen om zo de greep op het bezette België te vergroten.
Hiertoe maakten de Duitsers handig gebruik van de reeds bestaande spanningen tussen Walen en Vlamingen en het wantrouwen van de laatsten jegens het verfranste Belgische bestuur. Vooral de taalstrijd was een doorslaggevend argument: het Frans had sinds het ontstaan van België een bevoorrechte positie en het gebruik van het Nederlands werd door de burgerij zoveel mogelijk geweerd.
Inhoud |
[bewerk] Tijdens de Eerste Wereldoorlog
De politiek van de Duiste bezetter bestond erin gunstige maatregelen te nemen voor de Vlamingen in het algemeen en het Nederlands in het bijzonder.
De gevoerde politiek was weinig consistent. Enerzijds was het streven België als economische zône aan Duitsland te hechten middels een protectoraat, anderzijds was er een pangermanistisch-geïnspireerd streven om Vlaanderen voor zich te winnen, en later samen met Nederland en Oostenrijk-Hongarije een Groot-Duitsland te vormen, maar bij het minste of geringste vredessignaal van de Belgische koning Albert I deed Duitsland evengoed elke concessie aan de Jong-Vlaamse beweging weer ongedaan, in de hoop daarmee de "koning achter de IJzer" voor zich te winnen en zodoende een wig te drijven tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
Toch werden culturele eisen ingewilligd; zo werd de Universiteit Gent in 1917 volledig vernederlandst, waardoor de eerste Nederlandstalige universiteit in België tot stand kwam. Ook het burgerlijk bestuur werd volledig gesplitst in een Nederlandstalig, Vlaanderen, en een Franstalig, Wallonië, deel. Na de Eerste Wereldoorlog werden de meeste Duitse maatregelen echter teruggedraaid.
[bewerk] Tijdens het Interbellum
Ondanks dat Duitsland in het Verdrag van Locarno de jure beloofd had zich niet meer te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van België stonden er uitgebreide culturele fondsen via de Duitse ambassade ter beschikking voor bewegingen en personen die pangermanistische doelstellingen hadden. Al in 1937 deed het VNV er door tussenkomst van Carel Gerretson een beroep op, en in diezelfde dagen (1936) werd de Duits-Vlaamse culturele vereniging Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft opgericht die zwaar gefinancierd werd. Ook de pers werd geïnfiltreerd: de links-Vlaams-nationalistische Frontpartij-krant De Schelde werd met Duitse fondsen (wederom door tussenkomst van Gerretson) overgenomen door de nazigezinde Ward Hermans van het VNV.
[bewerk] Tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de bezetting van België in de Tweede Wereldoorlog herhaalde de Flamenpolitik zich. De Duitse bezetter zorgde ervoor dat er zoveel mogelijk groeperingen en personen die hen vriendelijk gezind waren aan het bestuur konden deelnemen. Het Duitse Militair Bestuur in België kreeg in juli 1940 instructies van Adolf Hitler om, binnen het kader van zijn opdrachten en rekening houdend met de prioriteiten van Berlijn, de Vlamingen autonomie te beloven en vergaand in het burgerlijk bestuur op te nemen maar de Walen daarentegen veel concessies af te dwingen eer men gunsten toestond. De Vlamingen werden gezien als integraal deel van het Germaanse volk, de Walen pleitten via Rex-leider Léon Degrelle voor de visie "door een historisch lot een verfranst geraakte Germaanse stam" te zijn.
Het was de bedoeling van de Duitsers op een aantal van de rechtmatige eisen van de Vlamingen op administratief en cultureel gebied in te spelen, maar wel binnen het kader van de bestaande wetgeving. Op andere wensen van de Vlaams-nationalisten, zoals een bestuurlijke scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië dan wel een vorming van een Groot-Nederland, werd evenwel niet ingegaan.
Het VNV en DeVlag werden tijdens de Tweede Wereldoorlog, als voorstanders van het nationaal-socialisme, al gauw de bevoorrechte partners van de Duitse bezetter. Het VNV en DeVlag zagen op hun beurt de kans om, gesteund door de Duitsers, de macht te grijpen in Vlaanderen, maar waren daarin elkaars tegenstanders. Deze machtsgreep werd algemeen afgewezen, niet in het minst door de Franstalige burgerij die hun macht aanzienlijk zag dalen.
Een van de achterliggende ideeën van de Vlaamse collaboratiebewegingen was de hoop mee te kunnen beslissen over het toekomstige lot van Vlaanderen en België na de oorlog. Zo ijverde het VNV voor een onafhankelijke Dietse Volksstaat en de DeVlag voor de opname van Vlaanderen in een Groot-Duits Derde Rijk.
[bewerk] Bibliografie
- Met een kwaad opzet ‘s vijands politiek te hebben gediend? De Nieuwe Orde op het Eeklose stadhuis, 1940-1944. - Kenny De Prée
- Griff nach der Weltmacht: Die Kriegszielpolitik des kaiserlichen Deutschland 1914/18 - Fritz Fischer
- Greep naar de macht: de VNV-staat - Bruno De Wever