Formele wetenschap
Van Wikipedia
Formele wetenschap of formele wetenschappen is de wetenschap over grondvormen van kennisopbouw en kennisverwerving. Ze biedt een brede verzameling methoden en technieken voor het beschrijven, verklaren en voorspellen.
Inhoud |
[bewerk] Een globale opdeling
Tot de formele wetenschappen rekenen we hier:
- logica
- wiskunde
- methodologie
- systeemtheorie
- leer van de modelvorming
- en de leer van de classificatie
Het begrip formele wetenschap is in bepaalde kaders soms synoniem met: abstracte wetenschap, deductieve wetenschap, geformaliseerde wetenschap, mathematische wetenschap, normatieve wetenschap en zuivere wetenschap; en deze begrippen zijn tegenovergesteld aan de empirische wetenschap of ervaringswetenschap.
[bewerk] Meer betekenissen
Het begrip formele wetenschap is in de wetenschappelijke literatuur in meerdere kaders met verschillende bedoeling ter sprake gekomen. In de wetenschapsfilosofie, in de logica, en in de classificatie van de wetenschap.
[bewerk] In de wetenschapsfilosofie
Hier is het begrip formele wetenschap sporadisch genoemd door John Locke en Immanuel Kant, terwijl de intentie van een formele wetenschap al te vinden is bij Aristoteles. Pas de laatste decennia is er hier een theoretische discussie en een internationaal podium met sprekers als James Franklin, Benedikt Lowe en Kevin de Laplante. De laatste stelt recentelijk:
“ Elke discussie over het concept van de formele wetenschap dient te vermelden, dat de term gebruikt wordt op verschillende wijze, voor verschillende doeleinden, door verschillende mensen. Voor sommigen wordt de formele wetenschap bepaald door het exclusieve gebruik van deductieve methoden voor het ontdekken en het redeneren over de eigenschappen van formele abstracte systemen. In dit opzicht zijn formele wetenschappen synoniem met wiskunde, formele logica en zekere takken van linguïstiek en computerwetenschap. Voor anderen betekent formele wetenschap iets als exacte wetenschap, of geformaliseerde wetenschap. In dit opzicht kan iedere wetenschap, die zwaar de nadruk legt op mathematische of logische formalisatie of theoretische sleutelbegrippen en theorieën, aangeduid worden als een formele wetenschap. Deze tweede zienswijze van formele wetenschap is meer liberaal dan de eerste, en kan betrekking hebben op alle natuurkunde, veel van de scheikunde, en enige delen an de biologie, ecologie, psychologie en economie, zowel als nieuwe computatie-georiënteerde disciplines als artificial life en artificiële intelligentie, die niet zo eenvoudig passen in de traditionele classificatie van de wetenschappen.” [Vertaling van begin artikel van Kevin de Laplante: Sources of Domain-Independence in the Formal Sciences, 2003]
[bewerk] In de logica
De formele wetenschap als synoniem van deductieve wetenschap vind je al veel langer in de logica, bijvoorbeeld bij Evert W. Beth in Inleiding tot de wijsbegeerte der exacte wetenschap uit 1953, en bij C.West Churchman’s Elements of Logic and Formal Science uit 1940. Hij stelt hier:
" All science may be dived into two parts, the “formal” and the “nonformal”. Formal or d eductive science has the following general structure: a set of statements are made, the so called assumptions or postulates, and by means of these and certain definitions an new set of statements, the theorems, are “deduced”. Formal science has a hypothetical character: if all the statements made are true, then all the theorems will be. Nonformal science on the other hand, is interested in determining whether certain statements are actually true: the usual method employed in such determination is experience.” [p.3]
[bewerk] In de classificatie van de wetenschap
Het gebruik van formele wetenschap als synoniem aan abstracte wetenschap, deductieve wetenschap, mathematische wetenschap, normatieve wetenschap en zuivere wetenschap en tegenovergesteld aan de empirische wetenschap of ervaringswetenschap, komt uit de hoek van de classificatie van de wetenschap. B.C. Vickery stelt hierover in z’n Classicication and indexing in science uit 1958:
" Throughout the ninetheenth century, apart from the division in theoretical sciences and arts, classifiers attempted to divide the sciences into two groups. Already they had before them the examples of Francis Bacon (speculative and descriptive) and Hobbes (quantitative and qualitative). For Coleridge, the science were either pure (Grammer, Logic, Rhetoric, Mathematics, Metaphysics) or mixed. Shopenhauer’s similar groups were called pure and empirical, Wilhelm Wundt [in 1887] called them formal and empirical, Globot mathematical and theoretical, and the St. Louis Congress of Arts and Sciences (1904) normative and physical. Karl Pearson made similar division of the sciences into abstract and concrete... [p.154]”