Gaius Porcius Cato (tribunus plebis)
Van Wikipedia
Gaius Porcius Cato (onbekende afkomst, wellicht een zoon van Gaius Porcius Cato) was tijdens zijn jonge jaren een tegenstander van Pompeius. In 59 v. Chr. probeerde hij tevergeefs Aulus Gabinus (een aanhanger van Pompeius) aan te klagen wegens ambitus. Als reactie op zijn mislukte aanklacht, bekritiseerde hij Pompeius openlijk met de woorden privatum dictatorem1. Tijdens zijn ambtstermijn als tribunus plebis (in 56 v. Chr.) veranderde Cato echter zijn houding en stelde hij zich in dienst van de triumviraat en speelde hij een belangrijke rol in de aanstelling van Pompeius en Marcus Licinius Crassus Dives als consuls van het jaar 54 v. Chr.2 Na zijn ambtstermijn werd Gaius Cato vrijwel direct door politieke tegenstanders aangeklaagd wegens de schending van de lex Iunia et Licinia en de lex Fufia. Hij werd tijdens zijn zaak verdedigd door Gaius Licinius Calvus en Marcus Aemilius Scaurus en wist, mede door de invloed van Pompeius, aan een veroordeling te ontkomen3.
[bewerk] Voetnoten
1 Cicero, Epistulae ad Quintum Fratrem I 2, 9.
2 Cassius Dio, Historia Romana XXX 27, 28.
3 Cicero, ad Atticus IV 5, 6.