Gewone melkdistel
Van Wikipedia
Gewone melkdistel | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() Melkdistel |
|||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Sonchus oleraceus |
|||||||||||||||||||
![]() Melkdistel |
|||||||||||||||||||
![]() Melkdistel |
Alle soorten van het geslacht Sonchus zijn rijk aan wit melksap. Vandaar de naam melkdistel. Het gedeelte van de naam 'distel' komt van de getande en stekelige bladeren, zoals bij een distel. De melkdistel is verwant aan de wilde sla (Lactuca). Het verspreidingsgebied omvat Eurasië en Noord-Afrika.
De gewone melkdistel (Sonchus oleraceus) is eenjarig en komt voor op bouwland, moestuinen, en bermen, kan tot 1,5 m hoog worden en bloeit van juli tot de eerste nachtvorst. De plant groeit het best op vochtige, zeer voedselrijke grond, maar komt ook voor op het bovenste gedeelte van kademuren.
De kiemplant heeft lepelvormige blaadjes met gladde rand, die bedekt zijn met een poederachtige, grijze waas.
De Gewone melkdistel heeft weke, dofgroene stengelbladen met spitse oortjes aan de bladvoet en vormt een penwortel. De stengel kan naar beneden toe enigszins roodgekleurd zijn. Het omwinsel is kaal en heeft geen klierharen. De bloemkorfjes zijn kleiner dan die van de paardenbloem en zijn 's middags gesloten. De vruchtjes hebben overlangse ribben en zijn bovendien dwars gerimpeld.
[bewerk] Groente
Het jonge blad van deze plant is als sla te eten.
[bewerk] Aantastingen
Verschillende bladmineerders zijn op de Gewone melkdistel te vinden.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Engelse naam: Common sowthistle; Annual sowthistle
- Duitse naam: Kohl-Gänsedistel
- Franse naam: Laiteron maraîcher; Laiteron annuel; Laiteron lisse; Laiteron des jardins; Chardon blanc