Grimbergse Oorlogen
Van Wikipedia
Grimbergse Oorlogen noemt men de van 1139 tot 1159 gevoerde strijd tussen de graven van Leuven en het geslacht Berthout, heren van Grimbergen en Mechelen. De oorlog eindigde met de verwoesting van de burcht van de Berthouts, waarna dezen trouwe vazallen van de hertog werden.
De Berthouts waren heren van Mechelen (een achterleen van de bisschoppen van Luik), maar beschikten met het Land van Grimbergen ook over een omvangrijk leengoed binnen het landgraafschap Brabant. Met hun rebellie tegen hun Brabantse leenheer, waarbij zich ook andere dorpsheren uit West-Brabant hadden aangesloten, poogden ze zich te ontvoogden van de graven van Leuven. Die waren op dat ogenblik ook hertog van Neder-Lotharingen en landgraaf van Brabant, maar wegens de minderjarigheid van Godfried III van Leuven was hun militair gezag sterk verzwakt. Na afloop van de Grimbergse Oorlogen werden de Berthouts opgenomen bij de hertogelijke ministerialen en werden in latere eeuwen trouwe vazallen van de hertogen van Brabant.
De Berthouts liggen aan de basis van vele stichtingen en begunstigden abdijen, kloosters en kerken in West-Brabant en Mechelen. Verscheidene leden van het geslacht namen ook deel aan de kruistochten.
Een Diets episch gedicht uit de 14e eeuw geeft een nogal legendarisch relaas van de Grimbergse Oorlogen wordt weergegeven en historiografisch niet als een betrouwbaar verslag mag beschouwd worden (uitgegeven door C.P. Serrure en Ph. Blommaert in 1852?1854).