Grote aardhommel
Van Wikipedia
| Grote aardhommel | |||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Grote aardhommel op kogeldistel |
|||||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||||
| Bombus magnus Vogt, 1911 |
De grote aardhommel of grote veldhommel (Bombus magnus) is een zeldzame hommel. De nestzoekende koninginnen zijn te zien vanaf eind april tot eind mei. De werksters vanaf begin mei tot september en de mannetjes vanf half juli tot eind september.
De grote aardhommel lijkt op de gewone aardhommel en heeft dus ook een witte achterlijfspunt, maar de gele band aan de voorzijde van het borststuk loopt door tot ruimschoots onder de vleugelbasis. Het achterste deel van het borststuk (scutellum) heeft vaak gele haren. De koningin is 22 - 28 mm, de werkster 8 - 18 mm en het mannetje 14 - 18 mm lang. De vleugels van de koningin hebben een spanwijdte van 38 - 42 mm, die van de werksters 22 - 34 mm en die van de mannetjes 29 - 35 mm. De tong van de koningin is 9 - 10 mm lang en die van de werksters 8 - 9 mm.
Een volgroeide kolonie bestaat uit maximal 300 werksters. Het nest zit in de grond.
Belangrijke drachtplanten voor de grote aardhommel zijn stinkende ballote, esparcette, stalkruid, dovenetel, dophei, springzaad, robinia, rode klaver, witte klaver, hartgespan, wilg.
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Bombus van Wikimedia Commons. |
