Hartkatheterisatie
Van Wikipedia
Hartkatheterisatie of Coronair angiografie (CAG) is het middels een katheter en contrastvloeistof in kaart brengen (angiografie) van de pompfunctie en doorbloeding van het hart. Met de CAG kunnen de cardiac output (hoeveelheid bloed die het hart per kamer per minuut uitpompt) en de zuurstofwaarden worden bepaald. Dit laatst wordt gebruikt om een eventuele shunt tussen linker en rechter harthelft aan te tonen.
Het hart wordt voorzien van zuurstof door omliggende hartvaatjes. Er zijn 2 coronairarteriën (hartslagaders) die het linker en het rechter deel van het hart van zuurstofrijk bloed voorzien. De linker coronair arterie vertakt zich in de circumflex. Deze loopt tussen de rechter en de linker arterie in. In de lies wordt na plaatselijke verdoving een klein sneetje gemaakt. Met behulp van een aanpriknaald wordt de linker of rechter beenslagader (A. femoralis) aangeprikt. Via deze naald wordt een introducer ingebracht. Via deze introducer kan geen bloed ontsnappen, maar kan er wel wat naar binnen worden geschoven. Er wordt via dit systeem een katheter met voerdraad via de arterie naar het hart geschoven.
De katheter is een soort plastic buisje met aan het uiteinde gaatjes. De voerdraad dient om te sturen. In de meeste gevallen zal men eerst de linker kransslagader afbeelden. De cardioloog schuift de katheter op tot aan de inmonding van deze arterie. De voerdraad wordt verwijderd, zodat er nu contrastmiddel ingespoten kan worden. Door de katheter op te schuiven tot aan de inmonding, gaat (bijna) al het contrast in de linker arterie en niet meteen via de aorta naar de rest van het lichaam. Er worden diverse opnames gemaakt met röntgenstraling, telkens in een andere richting.
Men volgt dan de met contrast gevulde arterie. Wanneer er opstoppingen aanwezig zijn, kunnen deze goed in beeld gebracht worden. Ter plaatse van de vernauwing kan het contrastmiddel niet goed doorlopen; in geval van verstopping/afsluiting van het vat, loopt het niet verder.
Na deze opname reeks wil men ook de rechterkransslagader afbeelden. De voerdraad wordt via de katheter opgevoerd. Vervolgens wordt de katheter eruitgehaald, zodat de voerdraad overblijft. Over de voerdraad wordt een andere katheter naar binnen geschoven tot aan de inmonding van de rechterkranslagader. De voerdraad wordt verwijderd en dan worden er weer röntgenopnames gemaakt met contrastmiddel.
Na deze serie wil men vaker een opname maken van de rechterkamer (ventrikel). Er wordt dan een katheter ingebracht tot in de apex (hartpunt), dus in de linkerhartkamer. In korte tijd wordt de kamer gevuld met contrastmiddel, dat vervolgens door de pompfunctie wordt weggepompt. Op deze wijze kan men een indruk krijgen over de pompfunctie van het hart. De katheter wordt verwijderd en de introducer eveneens. De wond wordt dichtgedrukt en er komt een drukverband om het been.
De patiënt heeft 8 uur bedrust en mag de volgende dag naar huis. Er zijn variaties mogelijk in de opnames. Wanneer een patiënt omleidingen heeft, zullen er van deze omleidingen ook opnames gemaakt worden met contrastvloeistof.
Indicatie voor onderzoek:
- Pijn op de borst(anigina pectoris)
- Pijn op de borst na Hartinfarct (myocardinfarct), PTCA of CABG.
- Diagnostisch (uitsluiten coronairlijden)
- Hartklepafwijking
- Ziekte van de hartspier
Contra-indicatie: Infecties, koorts, te hoog INR