Havenkwartier (Scheveningen)
Van Wikipedia
|
||
| Gemeente | Den Haag | |
| Stadsdeel | Scheveningen | |
| District | {{{district}}} | |
| Coördinaten | ||
| Coördinaten | {{{coördinaten}}} | |
| Oppervlakte | ||
| - Land | {{{opp land}}} km² | |
| - Water | {{{opp water}}} km² | |
| Inwoners | ||
| Dichtheid | ||
| Postcode | {{{postcode}}} | |
| Website | ||
Het havenkwartier komt tot ontwikkeling vanaf 1904 als de eerste haven van Scheveningen in gebruik wordt genomen. Dorp en haven zijn dan nog duidelijk door een duingebied van elkaar gescheiden. Omdat de schepen niet meer op het strand getrokken hoeven te worden doet een nieuw type vissersschip zijn intrede: de logger, zeker vergeleken met de oude bomschuit een snel en wendbaar vaartuig dat behalve door zeilen ook steeds vaker door een motor wordt voortbewogen. Rond 1915 wordt begonnen met het bebouwen van het gebied tussen dorp en haven. De straten krijgen namen die naar de visserij verwijzen zoals Kompasstraat, Vleetstraat(later Hogaarsstraat) en Trawlerstraat(later Korbootstraat). Verschillende van die straten, waar visserijgebonden bedrijven en woningen worden gebouwd, zijn voor toenmalige begrippen zeer breed wat voor de eerste bewoners vanuit het oude dorp een bijzondere ervaring is. In de 21e eeuw is de eerste haven nog steeds in gebruik als vissershaven, al zijn het nu grote fabrieksschepen en ultramoderne opslagloodsen die het beeld bepalen.
[bewerk] De tweede haven
In het gebied tussen de Zeesluisweg en de Westduinweg wordt rond 1930 een tweede haven gegraven. De twee havens worden met elkaar verbonden door een smalle doorgang die ter plaatse 'de pijp' wordt genoemd. Een sleephelling, waar de loggers voor reparatie op het droge worden getrokken en een visafslag worden hier in gebruik genomen. Tussen haven en Westduinweg ontstaat een wijkje waar onder andere rokerijen, kuiperijen en vishandelaren zich vestigen. Een ander deel krijgt een meer uitgesproken woonfunctie. De huizen met hun hoge pannendaken en fraaigelakte voordeuren stralen deftigheid uit en worden veel betrokken door onder andere schippersgezinnen. De drie straten van het wijkje-Koppelstockstraat, Datheenstraat en Menninckstraat- zijn vernoemd naar personen die een rol speelden bij de inname van Den Briel door de Watergeuzen. Na de Tweede Wereldoorlog nam de betekenis van de visserij geleidelijk af en verdwenen de kleinere vissersschepen. De tweede haven kreeg steeds meer een recreatieve en toeristische functie die in de 21e eeuw nog belangrijker zal worden.
