Heliconius
Van Wikipedia
Heliconius | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() Heliconius sara |
||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Geslacht | ||||||||||||
Heliconius |
Heliconius is het bekendste geslacht in de onderfamilie Heliconiinae, de passiebloemvlinders. De vlinders van dit Amerikaanse geslacht zijn de meest kleurrijke in deze onderfamilie. Het zijn langlevende, langzaam vliegende vlinders die vaak in tropische vlindertuinen worden gehouden. Veel soorten leggen hun eieren op één enkele soort passiebloem, de specifieke waardplant van de rupsen. Als deze plantensoort verdwijnt zal ook de vlindersoort verdwijnen. Andere soorten Heliconius zijn minder specifiek en leggen hun eieren op meer soorten passiebloemen.
Inhoud |
[bewerk] Leggen van de eieren
De meeste soorten leggen een ei per keer (H. cydno, H. ethilla, H. melpomene), terwijl andere soorten hun eieren in cirkelvormige patronen leggen (H. doris). Sommige soorten leggen een massa eieren per keer op nieuwe groeischeuten (H. sara), terwijl andere soorten kleine clusters eieren leggen (H. charitonius, H. wallacei) of de eieren leggen in netjes gerangschikte rijen (H. eleuchia, H. hewitsoni, H. sapho). Het duurt drie tot negen dagen voordat de eieren uitkomen.
[bewerk] Rupsen
De meeste rupsen beginnen hun leven met het opeten van de eierschaal voor de nutriënten, maar een aantal soorten verlaten de eierschaal meteen zodra ze zijn uitgekomen zoals H. sapho. De rupsen van de meeste soorten die een ei per keer leggen zijn kannibalistisch en zullen de concurrentie uitschakelen zoals bij H. erato. Maar er zijn ook soorten waarbij de rupsen in grote gemeenschappen leven en de passiebloemen gezamenlijk consumeren.
Gedurende het larvale stadium van twee tot drie weken vervellen de rupsen vier keer. Aan het einde van het larvale stadium zoekt de rups een plek om een cocon te spinnen. Na 24 – 48 uur verandert de rups in een pop. De poppen van Heliconius zijn meestal wit tot beige. Ze zijn bedekt met veel stekels en hebben een aantal metaalkleurige plekken.
[bewerk] Pop
De poppen zijn meestal moeilijk te vinden omdat ze verborgen zitten en gecamoufleerd zijn. Meestal duurt het 8 – 12 dagen voordat de volledige metamorfose heeft plaatsgevonden en de volwassen vlinder tevoorschijn komt. Voordat de vlinder uitkomt, wordt de pop doorschijnend en worden de kleuren van de vlinder zichtbaar. Voordat de vlinder uitkomt, pompt hij bloedt in zijn vleugels om deze te vergroten en te versterken. In dit stadium is de vlinder kwetsbaar en hij zal meestal in de ochtend uitkomen, waarbij hij zijn vleugels vergroot en een enzym uitscheidt om de vleugels te verharden. Dit duurt meestal maar een paar minuten, waarna de vlinder binnen een uur vliegklaar is.
[bewerk] Paring
Mannetjes van veel soorten, waaronder H. cydno, H. doris, H. ethilla en H. melpomene hebben geurschubben met feromonen op hun achtervleugels en kunnen vrouwtjes veroveren door hun te besproeien met de feromonen. Ze doen dit door de voorvleugels over de achtervleugels te wrijven terwijl ze fladderen, waardoor de feromonen vrijkomen. Als het vrouwtje het mannetje niet accepteert zal ze een klier op haar abdomen tonen en met haar vleugels fladderen om een geur te verspreiden die het mannetje afschikt.
Bij sommige soorten zoals H. charitonius, H. doris, H. eleuchia, H. erato, H. hecalesia, H. hewitsoni en H. sapho kan het mannetje dagen bij een vrouwelijke pop blijven hangen. Vlak voordat het vrouwtje uitkomt, zal het mannetje de huid van de pop penetreren en met haar paren als ze uitkomt. Soms concurreren meerdere mannetjes om een vrouwelijke pop.
[bewerk] Voeding en leefwijze van de volwassen vlinders
Volwassen vlinders voeden zich zowel met nectar als met nutriënten die ze extraheren uit stuifmeel. Het eten van nutriënten uit stuifmeel zorgt ervoor dat deze vlinders langer leven dan de vlinders uit andere geslachten, omdat nectar alleen een bron van koolhydraten vormt en stuifmeel ook andere nutriënten bevat. Nadat ze stuifmeel hebben verzameld met hun roltong scheiden ze een vloeistof uit om het struifmeel in suspensie te houden. De vlinders houden dit mengsel enkele uren bij zich. Uit het stuifmeel komen aminozuren en proteïnes vrij die door de vlinders worden opgenomen. De stuifmeelkorrels zelf worden door de vlinders niet verteerd. Door de mogelijkheid om zich met nutriënten uit stuifmeel te voeden, kunnen de vlinders wel enkele maanden leven.
De vlinders voeden zich met stuifmeel en nectar van planten uit de geslachten Lantana, Psiguria en Gurania. De vlinders zijn giftig doordat ze cyanogenen aanmaken van aminozuren, die ze uit stuifmeel halen.
De vlinders verzamelen zich tegen de avond en overnachten op gemeenschappelijke slaapplaatsen.
[bewerk] Lijst van soorten
- Heliconius antiochus (Linnaeus, 1767).
- Heliconius aoede (Hübner, 1816).
- Heliconius astraea Staudinger.
- Heliconius atthis Staudinger.
- Heliconius beskei Staudinger.
- Heliconius burneyi (Hübner, 1826).
- Heliconius charitonia (Linnaeus, 1767).
- Heliconius clysonymus Weymer, 1883.
- Heliconius congener Kaye.
- Heliconius crispinus Kruger.
- Heliconius cydno Doubleday, 1847.
- Heliconius demeter Staudinger, 1897.
- Heliconius doris (Linnaeus, 1771).
- Heliconius egeria (Cramer, 1775).
- Heliconius eleuchia Brown, [1976].
- Heliconius elevatus Nöldner, 1901.
- Heliconius ennius (Weymer).
- Heliconius erato (Linnaeus, 1764).
- Heliconius ethilla (Godart, 1819).
- Heliconius ethra (Latreille).
- Heliconius godmani Staudinger.
- Heliconius hecale (Fabricius, 1775).
- Heliconius hecalesia Salvin.
- Heliconius hecuba (Hewitson, [1858]).
- Heliconius hermathena (Hewitson, 1853).
- Heliconius heurippa (Hewitson, 1853).
- Heliconius hewitsoni Brown, [1976].
- Heliconius hierax Hewitson, 1869.
- Heliconius himera Hewitson, 1867.
- Heliconius hortense Hewitson, 1867.
- Heliconius ismenius Bates.
- Heliconius leucadia Bates, 1862.
- Heliconius melpomene (Linnaeus, 1758).
- Heliconius metharme (Erichson, 1848).
- Heliconius nattereri Boisduval.
- Heliconius numata (Cramer, 1780).
- Heliconius pachinus Butler, 1869.
- Heliconius pardalinus (Bates, 1862).
- Heliconius ricini (Linnaeus, 1758).
- Heliconius sapho (Drury, [1782]).
- Heliconius sara (Fabricius, 1793).
- Heliconius sergestus (Weymer).
- Heliconius telesiphe (Weymer).
- Heliconius timareta (Hewitson, 1867).
- Heliconius vicini (Linnaeus).
- Heliconius wallacei (Linnaeus).
- Heliconius xanthocles Riffarth.
[bewerk] Externe links en referenties
- Engelstalige site over Heliconius
- Heliconius butterflies and Passiflora, Hoofdstuk 19, Ronald Boender in Passiflora Passionflowers of the World, Torsten Ulmer & John M. MacDougal with drawings by Bettina Ulmer, Timber Press, ISBN 0881926485