Hendrik van Brederode
Van Wikipedia
Hendrik van Brederode, bijgenaamd 'Grote Geus' (Brussel, december 1531 - Recklinghausen, 15 februari 1568) was een voornaam Nederlandse edelman ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog.
Hendrik van Brederode, heer van Vianen en burggraaf van Utrecht, werd in 1565 lid van het Compromis en bood op 5 april 1566 het eerste Smeekschrift aan Margaretha van Parma aan. Van Brederode riep te Sint-Truiden de vergadering bijeen (14 juli 1566) en behoorde tot het Compromis van Breda (1567).
Hij wierf troepen te Antwerpen, bracht een aantal per schip naar Vianen, terwijl zijn commandant Bomberg 's-Hertogenbosch veroverde. Hendrik trachtte zich tevergeefs meester te maken van Utrecht en Amsterdam, maar het door hem bij Antwerpen samengebrachte legertje onder leiding van Jan van Marnix werd op 13 maart 1567 in de slag bij Oosterweel door generaal Beauvoir verslagen en waar de steun door Antwerpse calvinisten door Willem van Oranje persoonlijk werd tegengehouden.
Toen na de val van Valenciennes het verzet ineen zakte, verlieten zijn troepen Vianen en trokken naar Duitsland. Nadat Hendrik van Brederode vergeefs gepoogd had weer bij Margaretha van Parma in de gunst te komen, week hij op 27 april 1567 uit naar Emden.
Op 28 mei 1568 werd hij door de Bloedraad bij verstek gevonnist, maar was toen reeds in ballingschap (kasteel Harenburg) overleden.
Over het optreden van Hendrik van Brederode wordt thans zeer verschillend geoordeeld: enerzijds is hij, reeds vanaf de 16de eeuw, geëerd als een van de grondleggers van de Nederlandse Opstand, anderzijds is hij, vooral in de 19de eeuw dan, sterk bekritiseerd om zijn onmatig optreden, zijn drankzucht en bovenal om het gegeven dat zijn gewapende verzet tegen de regering gefaald heeft.
Bovenstaande kan op zijn minst als subjectief beschouwd worden, om drankzucht als reden te noemen van weinig succes kan men ook komen tot de reden waarom Hendrik van Brederode niet gesteund werd door Willem van Oranje. En waarom Willem van Oranje niet wordt afgerekend op zijn fratsen.
Naast bovenstaande wordt de leiding van het verzet rond 1566 overgenomen door Lodewijk van Nassau, een broer van Willem van Oranje en die eveneens met weinig succes de slag bij Heiligerlee aangaat, en later in Mook sneuvelt, waar overigens Willem van Oranje het weer liet afweten.
Tot 1572 was het optreden niet succesvol te noemen, pas toen de watergeuzen onder leiding van Willem van der Marck, heer van Lumey en volle neef van Hendrik van Brederode, werd de strijd succesvoller.
Overigens speelde Willem van Oranje een dubieuze rol bij de afwikkeling van het testament van Hendrik van Brederode. In eerste instantie was Willem van Oranje als erfgenaam aangewezen, maar later herriep Hendrik van Brederode dit omdat hij weinig steun had gekregen van bovenstaande in het verzet tegen de Spanjaarden, met name in het geval waar het geuzenleger van Hendrik van Brederode vlakbij Antwerpen in 1567 wordt verslagen, waar het geuzenleger door Oranje hulp ontzegd wordt en eventuele hulptroepen tegengehouden.
De Staten van Holland moesten eraan te pas komen om het testament te bekrachtigen, maar dat hinderde Willem van Oranje niet om de stad Vianen te doen bezetten. De stad Vianen was een vrije heerlijkheid en eigenlijk een staat binnen een staat, wat pas eindigde in 1725 toen de Staten van Holland en Westfriesland de rechten kocht voor een recordbedrag van 898.200 guldens van het geslacht von Lippe, de opvolgers van het geslacht van Brederode in vrouwelijke linie, nadat het geslacht in mannelijke lijn in 1679 was uitgestorven.
Trivia
Prins Bernhard is een nakomeling van de laatste heer van Vianen, Simon von Lippe, die de heerlijkheid verkocht aan de Staten van Holland en Westfriesland.