Kaddisj
Van Wikipedia
Het Kaddisj is één van de belangrijkste gebeden van het jodendom. In tegenstelling tot veel andere gebeden is het niet in het Hebreeuws, maar in het Aramees.
Volgens de traditie zou het Kaddisj tienmaal per dag moeten worden gereciteerd. Bij de dagelijkse gebeden en bij de eredienst neemt het een grote plaats in. Bovendien wordt het na een overlijden 11 maanden lang door de nabestaanden gebeden.
Kaddisj wordt slechts door een persoon hardop gelezen. Het mag alleen gelezen worden in de aanwezigheid van een minjan (tien Joodse mannen die de leeftijd van bar mitswa bereikt hebben (in het liberale jodendom: tien joodse mensen, want hier tellen vrouwen, die de leeftijd van bat mitswa bereikt hebben, ook mee)). Een algemeen misverstand is dat Kaddisj het gebed voor de doden is. Kaddisj is een gebed waarin God in zeer veel termen geprezen wordt, en dat vraagt om de snelle komst van de Messias. Er komt geen vermelding van overleden in voor. Er zijn verschillende vormen van Kaddisj, die ieder iets verschillen. Er is het volledige Kaddisj, het halve Kaddisj, het Kaddisj van de Rabbijnen, en het Kaddisj van de rouwenden. Het laatste gebed wordt door nabestaanden gezegd; de eerste drie zijn reguliere onderdelen van de synagogedienst die door de voorganger hardop voorgelezen worden. In alle vormen van Kaddisj worden de toehoorders geacht bepaalde zinnen en woorden te zeggen. Dit is in de siddur te vinden. Kaddisj is in het Aramees geschreven. Het werd geschreven in een tijd waarin het Joodse volk in een spiritueel zware tijd zat; de Rabbijnen schreven het in de op dat moment door het volk gesproken taal, Aramees, zodat het meer betekenis zou hebben. Er zijn slechts enkele gebeden die in het Aramees gezegd worden; Kaddisj is de meest bekende en meest belangrijke.