Kanaat van Sibir
Van Wikipedia
Het kanaat van Sibir ontstond rond 1425 door het uiteenvallen van de Mongoolse macht, en heerste over het westen van Siberië. Het rijk was enigszins welvarend door de handel met onder meer Rusland en West-China, maar leed ook onder interne strubbelingen tussen de regerende Tataren, die islamitisch waren, en de overige volkeren in het rijk (Chanti, Mansi en anderen), die natuurgodsdiensten aanhingen.
Nadat in 1552 het naburige kanaat van Kazan door de Russen was veroverd, vormden deze ook een bedreiging voor Sibir, en in 1555 werd khan Yediger schatplichtig aan Moskou. In 1563 werd hij mede daarom vermoord door Küçüm, die hem opvolgde, en in 1571 zegde kan Küçüm de schatplicht op. In de volgende jaren werd hij nog brutaler in zijn verzet tegen de Russen.
In 1581 trok de kozak Jermak vanuit Rusland het kanaat binnen, en het volgende jaar werd de hoofdstad Isker ingenomen. Küçüm getrouwen trachtten het gebied nog terug te winnen, maar enkele jaren later was het gebied stevig in Russische handen. (zie Jermak voor meer details over de verovering)
Bronnen en referenties: |
Benson Bobrick: East of the Sun |