Kantjilverhalen (Indonesië)
Van Wikipedia
De Kantjilverhalen vormen een categorie dierfabels in Indonesië. Deze categorie stamt echter uit (maar is niet beperkt tot) het Maleis, de lingua franca waarvan het Indonesisch een gestandaardiseerde vorm is. Zij komen dan ook tevens voor in Maleisië.
In beide landen is de moderne spelling van het woord thans kancil. Dit is een Javaans woord; het Maleise equivalent is pelanduk, en ook dit woord komt in de verhalen en verhaaltitels veel voor.
[bewerk] Plot
Het typische verhaalmotief van de Kantjilverhalen is dat van het dwerghert, de kantjil, dat niet sterk is, en dus slim moet zijn. Het redt zich aldus uit tal van benarde situaties, waarbij het zijn medepersonages om de tuin leidt. Deze bijfiguren kunnen een scala aan andere dieren omvatten, van de aap tot de tijger.
De slimheid is vaak ook sluwheid: dikwijls speelt de kantjil wel de vermoorde onschuld, maar is hij zelf aanstichter van de ontstane conflicten. In de verhalen moet dan ook geen moraal worden gezocht; ze bieden veeleer avontuur en amusement, en vaak is het niet de deugd, maar de ondeugd die in de persoon van de kantjil aan het langste eind trekt.
[bewerk] Vroege vormen
Een van de vroege vormen is de Hikayat Pelanduk Jinaka. Deze versie, maar ook andere, zijn in het Nederlands vertaald.
[bewerk] Moderne vormen
De Kantjilverhalen vormen een productieve categorie: er komen er nog steeds bij. Van de populariteit getuigt ook het feit dat er films op deze verhaallijn worden gebaseerd.