Kleverige knolamaniet
Van Wikipedia
Wat giftigheid betreft doen de kleverige knolamanieten (Amanita virosa en Amanita verna) niet onder voor de groene knolamaniet (Amanita phalloides).
[bewerk] Leefomgeving
Deze paddenstoel kan men vanaf de late zomer in loof- en naaldbossen met zure bodem, vooral in bergstreken, aantreffen. In de meeste streken, ook in Nederland en België, is het een zeldzame soort.
[bewerk] Kenmerken
De kleverige knolalamiet wordt gekenmerkt door de uit het eivormige omhulsel groeiende kegelvormige hoed. Het vruchtlichaam blijft lang bestaan en de volgroeide paddenstoel behoudt zijn duidelijk gebochelde hoed. Op de opperhuid zitten dikwijls resten van het omhulsel gekleefd. Ook hangen deze soms nog aan de hoedrand. De opvallend slanke steel is bekleed met afstaande witte schubben. De steel steekt in een witte beurs, waarvan de lobben tegen de steel aanliggen of afstaand zijn. In het begin heeft het witte vlees slechts een zwakke geur, maar later ruikt het vrij onaangenaam.
[bewerk] Verwisseling
Als men niet op de kleur van de plaatjes let, is de kleverige knolamaniet gemakkelijk met witte champignonsoorten te verwarren. Bij de amaniet zijn ze nooit zuiver wit, maar roze tot purperzwart. Ook de Meelkop (Rozites caperata) heeft dubbelgangers in de okergeel getinte exemplaren van deze soort.