Koninklijke Marechaussee
Van Wikipedia
Defensie van Nederland | |
![]() |
|
Instanties |
|
Krijgsmachtdelen |
|
Interservice organisaties |
|
Functies |
De Koninklijke Marechaussee (KMar) is het vierde krijgsmachtdeel van de Nederlandse Strijdkrachten.
Marechaussee was ook een term voor elitetroepen in het KNIL.
Inhoud |
[bewerk] Historie
Het Corps de Marechaussée werd op 26 oktober 1814 door Willem I opgericht ter vervanging van de Franse gendarmerie. Daar de term gendarmerie te beladen was, noemde Willem het nieuwe korps "marechaussée" (een bestaand Frans synoniem voor gendarmerie). De marechaussee was ondergebracht bij de landmacht.
De taken waren toen het verrichten van politietaken voor de krijgsmacht, en civiel politiewerk als onderdeel van de rijkspolitie. De marechaussee was in sommige kleinere steden zoals Venlo begin negentiende eeuw de enige politie.
In 1908 wees koningin Wilhelmina de beveiligingstaak van de koninklijke paleizen toe aan de marechaussee. Voordien werd dit door tuinmannen gedaan. Het op wacht staan bij een paleis heet daarom nog steeds "klompendienst".
Op 5 juli 1940 voegde de Duitse bezetter de marechaussee in Nederland organisatorisch samen met de rijksveldwacht en de gemeenteveldwacht. Hierdoor verloor de marechaussee haar militaire status en het predicaat "Koninklijke". Buiten de bezette gebieden golden deze wijzigingen natuurlijk niet. Ongeveer 200 marechaussees verzorgden in Londen de beveiliging van de koninklijke familie en de politiediensten voor de Prinses Irene Brigade. Na de oorlog werd de marechaussee gesplitst in een Korps Rijkspolitie (ter vervanging van de rijks- en gemeenteveldwacht) en de Koninklijke Marechaussee, die weer een militaire status kreeg.
Op 3 juli 1956 werd prinses Beatrix benoemd tot Schutsvrouwe der Koninklijke Marechaussee.
In 1994 gingen rijks- en gemeentepolitie op in de 25 regiokorpsen en het Korps landelijke politiediensten. Bij die gelegenheid droeg de rijkspolitie de politie- en beveiligingstaken van Schiphol over aan de marechaussee.
In 1998 werd de marechaussee een zelfstandig krijgsmachtonderdeel.
[bewerk] Logo
Het logo van de Koninklijke Marechaussee is, zoals bij veel buitenlandse gendarmeriekorpsen eveneens het geval, een zogeheten springende granaat. In de 17e eeuw werd een nieuw wapen in Europa ingevoerd: de handgranaat. Dit waren bollen van glas of metaal, gevuld met buskruit. Ze werden ontstoken met een lont. Het werpen van deze granaten was erg gevaarlijk. De soldaten die dit werk deden, werden grenadiers genoemd. Ze moesten extra moedig zijn, maar kregen ook iets meer betaald. Zo werden de grenadiers de elitetroepen van alle Europese legers. Als teken van hun elitaire status droegen de grenadiers op hun uniform een gestileerde springende (of vlammende) granaat van messing. Dit teken werd al gauw het symbool voor alle militaire elite-eenheden. Overigens was de vlammende granaat (maar dan in een achtpuntige ster) ook het logo van de in 1994 opgeheven Rijkspolitie.
In het huidige ceremoniele tenue van de Marechaussee is een deel van deze historie terug te vinden. Met name de traditie van een bereden wapen is nadrukkelijk aanwezig. Dit is ook de reden dat de Koninklijke Marechaussee een standaard
voert in plaats van de vaandel zoals gebruikelijk is.
[bewerk] Huidige Koninklijke Marechaussee
De tegenwoordige Koninklijke Marechaussee is een politieorganisatie met een militaire status. Haar taken staan vermeld in artikel 6 van de Politiewet 1993.
Artikel 6 Politiewet:
1. Aan de Koninklijke marechaussee zijn, onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere wetten, de volgende politietaken opgedragen: a. het waken voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;
b. de uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, alsmede internationale militaire hoofdkwartieren, en ten aanzien van tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren behorende personen;
c. de uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen;
d. de verlening van bijstand alsmede de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit;
e. de uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen (Stb. 1951, 92) ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen, alsmede op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;
f. de uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister van Justitie aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;
g. het in opdracht van Onze Minister van Justitie en van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.
2. Onder personen die behoren tot de andere strijdkrachten en internationale hoofdkwartieren, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede begrepen personen, voor zover aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Defensie.
3. Onze Minister van Justitie kan de commandant van de Koninklijke marechaussee, voor zover het de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder c, door het daarvoor bestemde onderdeel of de daarvoor bestemde onderdelen betreft, de nodige algemene en bijzondere aanwijzingen geven ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen terroristische aanslagen.
4. De militair van de Koninklijke marechaussee die krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering opsporingsbevoegdheid heeft, is, indien hij bij de uitoefening van zijn politietaken stuit op strafbare feiten, bevoegd tot optreden
Veel mensen denken dat de Koninklijke Marechaussee alleen bevoegdheid heeft ten aanzien van militairen. Dit is dus niet het geval, integendeel. De Marechaussee besteedt het overgrote deel van haar capaciteit aan werkzaamheden welke niets met militairen te maken hebben.
De Kmar ressorteert onder het Ministerie van Defensie (MinDef) maar wordt ook voor het Ministerie van Justitie (MinJus) en het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (MinBZK) ingezet.
[bewerk] Andere gendarmeriekorpsen
Voorbeelden van andere gendarmeriekorpsen zijn:
- Gendarmerie Nationale (Frankrijk)
- Rijkswacht (België) (opgeheven)
- Gendarmerie (Oostenrijk) (civiel sinds 27 november 1918, sinds 1 november 2005 fusie met Polizei (politie) onder deze naam
- Carabinieri (Italië)
- Guardia Civil (Spanje)
- Royal Canadian Mounted Police / Gendarmerie Royale du Canada (Canada) (geen militaire status)