Koninkrijk Asturië
Van Wikipedia
(Details) |
![]() |
Motto: Hoc Signo Tuetur Pius, Hoc Signo Vincitur Inimicus Nederlands: Met dit teken zult gij de vromen beschermen, met dit teken zult u de vijand verslaan |
|
Officiële taal | Asturisch en Latijn |
Hoofdstad | Cangas de Onis, San Martín, Oviedo, Pravia |
Ontstaansdatum - opheffing in |
718 925 |
Het Koninkrijk Asturië was de eerste christelijke staat op het Iberisch schiereiland na de val van het koninkrijk der Visigoten. Dit werd gevolgd door de nederlaag van koning Roderik in de Slag bij Guadalete en de islamitische invasie van Hispania.
[bewerk] Oprichting
Het koninkrijk werd gesticht door een edelman, Pelayo, die naar zijn land terugkeerde na de Slag bij Guadalete. Hij werd tot leider der Asturen gekozen en stichtte het Koninkrijk Asturië. Dit koninkrijk was in het begin echter niet meer dan een banier voor de bestaande guerilla's.
Onder zijn leiding nam het aantal aanvallen op de Berbers sterk toe. In 722 (over dit jaar bestaat onzekerheid, 718 en 724 worden ook genoemd) stuurde de Emir een legermacht onder leiding van Munuza om een einde te maken aan de rebellie en een Moors regime te stichten in het gebied. Het leger werd echter verslagen in de Slag bij Covadonga. Door christelijke teksten werd deze slag beschreven als een epische strijd, door moslims meer als een schermutseling. Na dit eerste gevecht groeide de macht van de Asturïers. Toen de Moren uit de oostelijke valleien van Asturië waren verdreven viel Pelayo León aan, de hoofdstad in het noordwesten van het Iberische schiereiland. Ook beveiligde hij de bergpassen, om zo verdere Moorse aanvallen te voorkomen.
Pelayo bleef de Berbers aanvallen, die zich ten noorden van de Asturische bergen bevonden, totdat deze zich terugtrokken. Vervolgens sloot hij een huwelijk tussen zijn zoon Favila van Asturië en de dochter van hertog Peter van Cantabrië, een afstammeling van het vroegere Asturische vorstenhuis.
Pelayo stichtte een vorstenhuis in Asturië dat eeuwenlang behouden bleef, en stukje bij beetje de grenzen van het koninkrijk verlegde, totdat het hele noordwesten van Iberië tot het rijk behoorde rond 775. Onder de heerschappij van Alfons II van 791 tot 842 werd het nog verder naar het zuiden uitgebreid, tot het bijna tot aan Lissabon in Portugal kwam.
[bewerk] Erkenning
Pas onder heerschappij van Alfonso II (791-842) werd het koninkrijk erkend door Karel de Grote en de paus. Hij veroverde Galicië en Baskenland. Tijdens zijn heerschappij werden de heilige botten van Jakobus de Meerdere gevonden in Santiago de Compostela (van het Latijnse campus stellae, lett. "het veld van de ster"). Pelgrims uit heel Europa zorgden voor de communicatie tussen het geïsoleerde Asturië en de Karolingische landen.
De eerste hoofdstad was Cangas de Onís. Tijdens de tijd van Silo van Asturië werd deze verhuisd naar Pravia. Alfonso II koos Oviedo als de definitieve hoofdstad van het koninkrijk. Tot 924 stond het bekend als Asturië, waarna het werd hernoemd naar Koninkrijk León. Het bleef onder deze naam bestaan, totdat het bij het Koninkrijk Castilië werd gevoegd in 1230.
[bewerk] Erfenis

In de begintijd was het Koninkrijk Asturië een reactië van de Asturiërs en Cantabriërs op een buitenlandse invasie. Deze volkeren hadden veel gevochten tegen de Romeinen en een romanisatie weerstaan, hoewel sommige onderdelen - zoals de Keltische talen van Spanje - ten onder gingen. Toch werden veel pre-Romaanse delen, zoals het matrilineale nalatenschap en een vorm van sociale gelijkheid. Deze werd echter teniet gedaan bij de komst van de Visigoten, die het leenstelsel introduceerden.
Dit koninkrijk is de geboorteplaats van een invloedrijke Europese architectuurstroming; de Asturische Preromaanse architectuur, die werd gevormd tijdens de heerschappij van Ramiro I.
Het kleine koninkrijk was een mijlpaal in de strijd tegen de adoptianistische ketterij, waarin Beatus van Liébana een grote rol speelde. In de tijd van Alfonso II werd het heiligdom van Santiago "opgericht". De bedevaartsroute naar Santiago, Camino de Santiago genaamd, was een grote verkeersader binnen Europa, en grote aantallen pelgrims (met portemonnee op zak) trokken door Asturië op weg naar Santiago.